en wegen wordt op deze aanbieding ingegaan
op 29 Januari 1761 neemt Batz het vernieuwen van het orgel
teerden zich kort daarop naar het stadhuis hebben begeven om
de verlangde inlichtingen te verstrekken.
Eindelijk is de onwillige aannemer genegen om 20 ducaten op
de aannemingssom te laten vallen, doch de door den Kerkeraad
benoemde commissie, die het werk controleerde, was van oordeel,
dat hij wel voor 500.minder verwerkt had. Wij zullen echter zien,
dat later, bij de eindafrekening in Augustus 1763, een accoord getrof
fen wordt, waarmede èn Valkenburg èn Kerkeraad genoegen nemen.
Inmiddels was men overeengekomen, dat het werk, hangende
deze zaak, toch onverpoosd zou worden voortgezet. Wij zien dan
ook, dat Valkenburg aan den Kerkeraad inlichtingen vraagt om
trent het ornament in het frontispies, daar dit gesneden moet worden,
alsook over de grootte van predikstoel, trap en Prinsenbank, waar
van werkteekeningen moeten worden gemaakt op ware grootte.
Valkenburg zelf verlangde toen reeds naar de oplossing van het
geschil, want hij kon inmiddels den koepel (plafond met kooflijst)
niet afwerken.
In April van datzelfde jaar wordt de teekening van den preek
stoel en in October d.a.v. die van het Prinsengestoelte goedgekeurd.
In laatstgenoemde maand wordt besloten het bekleeden van den
preekstoel en het stellen van den lezenaar aan het goedvinden van
de predikanten over te laten en bepaald dat het „horlogie” tegen
over den kansel zal komen te staan en al het houtwerk der kerk
met ruwe olie zal worden geverfd, hetgeen door Mr. Bieltjens voor
156.wordt aangenomen.
Reeds van af 17 Januari 1760 werden onderhandelingen gevoerd
met den orgelmaker Batz, uit Utrecht over het aanbrengen van een
vrij pedaal en eene „vox humana” aan het orgel en om dit zoo
danig te veranderen en te wijzigen, dat het met de nieuwe kerk
in goede harmonie is; Batz vraagt hiervoor f 3000.
In November d.a.v. wordt op initiatief van Ds. Sand aan ge
noemden Batz nader prijsopgaaf gevraagd van de voorgenomen
veranderingen aan het orgel, thans echter met bijplaatsing van een
derde klavier. Deze antwoordt hierop, onder toezending van een
ontwerp, dat de kosten dan, in plaats van f 3000. 3800.
zullen bedragen.
Na veel wikken
en
U-C ULflJgff
102
VAN DEN BOUW DER TEGENWOORDIGE KERK, ENZ.
I