aan den Staat
schulden van het Weeshuis, die toen reeds het aanmerkelijk bedrag
van ƒ10298.te boven gingen, waarvoor Ds. Rütz een plan van
negotiate opmaakte, waarbij 400 aandeelèn van 25.— zouden
worden uitgegeven, die jaarlijks bij uitloting zouden worden afgelost.
Er konden echter slechts 120 aandeeltjes geplaatst worden, doch
deze schuldvernieuwing had toch het goede resultaat, dat talrijke
giften, tot een gezamenlijk bedrag van 2800.aan de kerk werden
geschonken, omdat men verwachtte, dat het Weeshuis weldra aan
den Staat zou overgaan en het geld dus eveneens
zou vervallen.
In 1802 werd van den preekstoel aan de gemeente bekend
gemaakt, dat de Kerk in zeer benarden toestand verkeerde,
met de dringende bede, dat ieder, die daartoe in staat was, hulp
zou bieden.
Ten einde een predikant te kunnen uitsparen, werd de veldprediker
Voppel van het Waldecksche regiment, dat toen in den klaag ge
legen was, als zoodanig aangesteld op een salaris eerst van 500. -,
later van 600.en 700.benevens eene bijdrage van 3.
voor de regiments-armenkas, wekelijks op Zondag uit de gehouden
collecte uit te keeren. Aangezien echter genoemd regiment het
volgend jaar op last van het toenmalige Bewind moest vertrekken,
waardoor de Luthersche gemeente haar herder zou komen te ver
liezen, werd met algemeene stemmen besloten den veldprediker als
vast predikant te benoemen op eene jaarwedde van 1500.het
geen deze, gevoelig voor het in hem gestelde vertrouwen, verklaart
gaarne aan te nemen. Tot 1805 nam hij zijne betrekking te’s-Gra-
venhage waar, op welk tijdstip hij naar Wildungen in het vorstendom
Waldeck beroepen werd.
De financiëele nood der kerk was thans van dien aard, dat na het
vertrek van Ds. Voppel geen 3® predikantsplaats kon worden aan
gevuld, hoewel deze toch dringend noodig was. Daarom wilde men
trachten een fonds te stichten, waaruit de hieruit voortvloeiende
kosten konden bestreden worden. Flet salaris van den te benoemen
predikant werd aanvankelijk bepaald op ƒ1000. om, naargelang
de middelen van het fonds dit zouden gedoogen, tot 1500.— te
worden verhoogd. Ten einde dit bedrag bijeen te krijgen, werd
vervolgens besloten
VAN DEN BOUW DER TEGENWOORDIGE KERK, ENZ.
Ill