eene gering, vuur, licht mede van de zijde Aan den voet van van Gedeputeerde Staten van tijding, dat op de provinciale begroeting een fonds ter ondersteuning van de weduwen van predikanten der Luthersche gemeente. Aangezien dus beide stichtingen het zelfde doel beoogden, werd besloten het in 1821 gevormde fonds met dezen nationalen schuldbrief aan te vullen. In 1824 ontving het kerkbestuur Zuid-Holland de welkome voor 1825 een subsidie van f 3000.voor de restau ratie van het kerkgebouw wordt uitgetrokken. Herhaaldelijk hebben nu kleinere en grootere werk zaamheden aan de kerk plaats. Zoo werd in 1824 het hek onder den preek stoel verruimd, hetgeen f 300.kostte, en besloot men de verlichting der kerk, die tot nu toe met kaarsen geschiedde, in het vervolg door lamplicht te vervangen. Ook het orgel, dat reeds meermalen werd gerepareerd, doch waar van wij slechts de voor naamste werkzaamheden memoreerden, onderging dit jaar weder eene belang rijke herstelling, hetgeen geschiedde door den reeds meer vermelden Utrecht- schen orgelmaker Batz, die verklaarde het werk te willen aannemen voor f 1840.evenwel op voorwaarde, dat de metalen bouw eigendom van den aannemer zou worden en dat de aanbesteders geschikte werkplaats zouden aanwijzen en verder voor bestel en blaasbalg-treder zouden zorg dragen, waar van het kerkbestuur genoegen werd genomen, het daarvan opgemaakt contract is de volgende VAN DEN BOUW DER TEGENWOORDIGE KERK, ENZ. II5 Preekstoel in de Luthersche kerk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 123