9 VAN DEN BOUW DER TEGENWOORDIGE KERK, ENZ. I29 V. VI. die van zulks te doen in gebreke blijven, hunne genomineerde Persoonen zullen werden gehouden voor dood, tot dat in de volgende repartitien behoorlijk bewijs zal zijn gedaan, wanneer zij wederom als vooren de Renten zullen trekken. Aangaande die Persoonen, die zigh hebben begeven op verre buyten- landsche Reyzen, zullen dezelve voor levendig werden gehouden, wanneer zij van hunne Reyse kennis gegeven hebben, en zoo lang van haar dood niet zal consteeren of blijken, zullende derzelver Renten ten be hoeve van haar werden ingehouden, tot dat zij met suffisante en geloofs- waardige Bescheyden het Leven van dezelve hebben beweezen, ofte wel den tijdt van haar overlijden, als wanneer, en eerder niet, aan hen of derzelver Gemagtigden, of die het recht daar toe verkreegen hebben, zullen worden goedgedaan en betaaldt, welverstaande dat ook degene, die op verre Reijzen zijn gegaan gehouden zullen zijn, niet langer als den tijdt van vier Jaaren te wagten, zonder behoorlijke bewijzen van haar leven in te brengen, of anders voor dood gehouden zullen werden, en de Penningen voor haar gereparteert en bewaart, geduurende de vier Jaaren, zullen vervallen aan de generale Geïnteresseerden die nog in leven zullen zijn en die haar zullen goedgedaan werden ter naaster repartitie; zullende in het vervolg als dan dezelve Uijtlandigen in het reparteeren, de volgende Jaaren over niet geconsidereert, maar voor doodt gehouden werden, en dat tot der tijdt toe dat behoorlijk bescheijt van hun Lieder leven zal zijn ingekomen, als wanneer zij weder zullen ingelaten, en even als vooren op nieuws in het vervolg erkent werden. Alle die geenen welke in deeze Negotiatie op deeze Conditiën ge- neegen zijn, voor een of meer Lijfrente Brieven deel te nemen gelieve bij het opgeeven van de Persoon of Persoonen, op welkers Lijf dezelve verlangt werden, voor yder Lijfrente Brief 25 guldens te behandigen aan de voornoemde Gecommitteerdens in deezen, die aan haar Ed. daar voor zullen uijtleveren ordentelijke Recepissen, dewelke zullen werden ingetrokken, wanneer de effectieve Lijfrente Brieven werden afgehaalt, het welk uytterlijk binnen den tijdt van drie Maanden zal moeten ge schieden, namentlijk voor den vijftienden October 1759 zullende na dien tijdt daarvan gedisponeert werden ten behoeven van een ander, en de voornoemde Lijfrente Brieven gereekent werden te zijn geabandonneert ten behoeve van de Kerk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 137