134 Alvorens met de bespreking van dit huis aan te vangen, kan een korte beschrijving van de geschiedenis van den stijl, die tijdens de regeering van Lodewijk XIV in ons land heerschte, deze kunst uiting beter tot haar recht doen komen. Als vervolg op de streng klassieke Italiaansche richting door Palladio’s school, in het begin der 17de eeuw in ons land ingevoerd, deed de Lodewijk XIV-stijl, genoemd naar den koning de in Frankrijk heerschte van 1643 tot 1715, omtrent het midden der 17de eeuw van daaruit in ons land zijne intrede. De hier in het begin der 17de eeuw bestaande inheemsche bouworde, werd door dit classicisme zoo spoedig verdrongen, dat na 1700 geen belangrijke sporen hiervan meer worden aangetroffen. De spoedige vestiging van die vreemde architectuur is toe te schrijven aan het feit, dat in België en vooral in Frankrijk in de 17de eeuw een overvloed van architecten bestond, waarvan velen geen opdrachten genoeg hadden om hun tijd geheel te vullen. Zij ontwierpen nu platen voor bouwkundige werken en de boekdrukkunst verspreidde deze over geheel Europa. In dit snelle verspreiden en in onzen aard om iets vreemds te bewonderen en gaarne over te nemen, ligt het spoedig verdringen der vaderlandsche bouwkunde. Deze architecten hebben uit louter winstbejag, onbewust veel kwaad gesticht, daar zij een te ontzent met de maatschappij opgegroeiden stijl vervingen door eene plant van vreemden bodem, een bouwstijl waarvan wij het ontstaan niet hadden medegemaakt, de beteekenis niet begrepen en die wij niet konden verwerken. De kostbare stijlrichting van Lodewijk XIV kwam kant en klaar in plaatwerken tot ons, van huis uit zoo nuchtere en zuinige Hollanders. Het is dus niet te verwonderen dat in ons land deze slecht begrepen Fransche stijl, nooit een volks- stijl is geworden, maar uitsluitend door de aristocratie is toegepast en gewaardeerd. De gevolgen van dit verdringen onzer oorspronkelijke architec tuur, doordien Jacob van Campen de school van Palladio in ons land invoerde, werden in het laatst der 17de eeuw door den invloed van Daniël Marot, den geniaalsten vertegenwoordiger der Lodewijk XIVrichting alhier, vergroot, om in de i8de eeuwsche Rococo-periode hun hoogste punt te bereiken. De omschrijving van de hoofdkenmerken van den stijl van Marot, zal het bij uitstek deftige en voorname hiervan doen gevoelen. HET HEERENHUIS NOORD-EINDE N°. I40. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 142