Bö,
lljl
lïlrti
tuur-tijdperk zie verplaatst. Ook speelt hierbij de onderlinge schaal
verhouding tusschen deze twee éénheden eene groote rol.
De buitenarchitectuur is te herkennen aan den vlakken gevel,
soms als overblijfsel van het classicisme, verlevendigd door een
weinig uit het gevelvlak vooruitspringende pilasters, welke met
Jonische krul- of Korinthische blad-kapiteelen versierd zijn. Eene
Architectuur bestaat steeds uit twee deelen, de in- en uitwendige
architectuur. Deze twee moeten samen altijd een harmonisch geheel
vormen, opdat men zich na de beschouwing der buitenarchitectuur,
bij de betreding van het huis niet plotseling in een ander architec-
HET HEERENHUIS NOORDEINDE NO. 140.
135
J. Gole.
Daniël Marot naar een gravure van
-
te