forsch overkragende, horizontale kroonlijst sluit den gevel krachtig tegen de lucht af, terwijl de enkele of dubbel opgaande trapstoep met het hooge natuursteenen gevelvoetstuk, iets voornaams aan het geheel geeft, welk cachet door geen anderen bouwstijl zoo gemak kelijk wordt verkregen. De topgevel, welke in de Hollandsche Renais sance der 16de eeuw aan elk huis voorkwam, is vervangen door een aan alle zijden schuinloopend dak, op de nokhoeken door een geornamenteerden schoorsteen of door een bloemknop versierd en door meerdere steenen of houten dakvensters verlevendigd. In het midden van den voorgevel wordt de gootlijst dikwijls onderbroken door een fronton, recht of gebogen van vorm, waarin een door beeldhouwwerk versierd raam is geplaatst. Het raam is in de begin periode nog een houten of steenen kruisvenster, soms met eene steenen, rondloopende lijst afgedekt en met een klein fronton of lijstje versierd. In de latere periode is het kruisraam met omlijsting vervangen door een vlak in den gevel geplaatst schuifraam met kleine ruiten. De hoofdingang heeft gewoonlijk dezelfde omlijsting als het kruisraam, alleen iets rijker opgevat. De dubbele buiten deur, betimmerd met vooruitspringende lijsten, gedragen door con soles, is met beeldhouwwerk versierd. Boven deze deur is een bovenlichtraam met een eenvoudig gesmeed ijzeren hek, dat het huis tegen inbraak beveiligt. De ruimte tusschen de beneden- en bovenramen wordt gevuld door steenen bloemguirlandes. De binnen-architectuur verdeelt zich in gang- en kamerversiering. De gangen, voor- en trappen-huizen zijn met kruisgewelven, af gewisseld door vlakke banden gedekt, de muren door vlakke ondiepe nissen onderbroken en het geheel gewit. De vloer is figuursgewijze met witmarmeren- en zwarte Naamsche- of roodbruine Bremer-tegels belegd. De kamerdeuren zijn eenvoudig met houten zij- en kroon- lijstjes omtimmerd en de ramen van vlakke gewitte zijkanten en blinden voorzien. De trap, voortgekomen uit de ladder, werd in de i6de eeuw in een hoek van het voorhuis aangebracht. In het midden der 17de eeuw wordt zij in het midden hiervan geplaatst en heeft niet zelden een dubbelen opgang. De klimlengte wordt door een middenbordes onderbroken. Op de verdieping in een tweede voorhuis uitkomende, loopt zij niet verder door, maar wordt door eene gebeeldhouwde balustrade omsloten. Diensttrappen leiden naar zolder en kelder. 136 I HET HEERENHUIS KOORDEINDE N°. I40.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 144