137 In het laatst der i7de eeuw wordt het oude voorhuis vestibule, de trap raakt dientengevolge geheel vrij en wordt een ruimte op zich zelf, het trappenhuis genaamd. Dit laatste vormt door zijne ligging, achter de vestibule of grenzende aan de gang, in het midden van het gebouw een centraal punt. Het is niet aan eene bepaalde plafondhoogte gebonden en wordt uit dien hoofde tot het architec tonisch voornaamste deel van het woonhuis uitgewerkt. De om sluitende gangmuren, welke den vorm der trap volgen, worden langs de trappenhuiszijde met bogen doorbroken. Hierdoor wordt het perspectivisch effect van het geheel verhoogd en wordt het uit de hooggeplaatste ramen of uit de zoldering invallende licht, doelmatig en rustig door het huiscentrum verspreid. Het plafond is van eene groote holle lijst voorzien en evenals de muren gestucadoord of geschilderd. De trap op zich zelf heeft zand steenen treden met eene gesmeed ijzeren leuning of is geheel van blank eikenhout gemaakt. Zij heeft dan langs de muurzijden eene paneel lambrizeering en aan de vrije zijde eene leuning rustende op vakken met acanthus bladeren gebeeldhouwd. Zij loopt recht of gebogen en is naar de hoogte der verdieping in twee of drie deelen verdeeld, om het klimmen gemakkelijk te maken en om de platte- grondruimte tot een minimum terug te kunnen brengen. Daar in een architectonisch juist gebouwd huis tusschen de ves tibule en de woonkamers een climax in grootte en versiering bestaat, zijn deze laatste ook het rijkst behandeld. De kamers hebben langs de wanden een blank houten lambri zeering, waarop gecanneleerde pilasters staan, met gebeeldhouwde kapiteelen. Deze dragen eene kroonlijst met gebeeldhouwd fries en lijsten, waarop het gestukadoorde of geschilderde plafond rust. In de kruisramen staan breed met wapens gebrandschilderde vensters. Deze ramen zijn met geprofileerde breede lijsten omtim- merd. Zij hebben goed afsluitbare blinden en vensterbanken, welker opklapbare zitdeksels tevens als kistberging dienst doen. De breede kamerdeur, met één of twee paneelen is met eene gebeeldhouwde lijst van acanthus-bladeren omgeven. De ruimte tusschen deze deur en de kamerkroonlijst is door eene vaste, in verband met de deur om- lijste, olieverf-schilderij gevuld en het geheel is bekroond door eene ge beeldhouwde schelp met acanthus bladeren. De schoorsteen tusschen twee pilasters besloten, verkeert nog in het overgangstijdperk, dat HET HEERENHUIS NOORDEINDE N°. I4O.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 145