143 Ned. Kerkgesch. K. 1853. L. M. Koning Willem III koopt het huis van J. A. Schick. L. igoï. 1 Juli. De Gemeente ’s-Gravenhage koopt het huis, naar aanleiding van de toenmalige paleisplannen op Zorgvliet, met de bedoeling de Oranjestraat door te trekken. Zij is er nu nog eigenares van. 'j A. Moonen’s Poëzy Amsterdam 1700, blz. 645, mededeeling van Dr. H. E. van Gelder. 2) Zie de opgave daarvan door Knuttel, Archief v. 1895, blz. 106, mededeeling alsvoren. Volgens deze geschiedenis is Hendrik Fagel in 1680 voor het eerst eigenaar geworden van een huis, staande aan het Noord-Einde, west-zijde. Hij woonde er echter reeds vroeger, mogelijk sedert zijn benoeming in 1672. Althans in een gedicht van A. Moonen blijkt, dat hij op St. Michielsdag (29 Sept.) 1674 een feestmaal gaf, waar aan de Ruyter, Cornelis Tromp en Aart van Nes aanzaten, in een huis voorheen „aan Roomsche afgoderijen geheiligt.” Dat dit het huis van Van de Nyenburg was, dat hij later koopen zou, is aller waarschijnlijkst, omdat wij weten, dat het voorheen inderdaad als een plaats van geheimen R. K. eeredienst bekend stond, 2) en Fagel in het belastingcohier van 1674 als aan de westzijde van hetNoord- einde wonende wordt opgegeven. Hendrik Fagel werd geboren te ’s-Gravenhage 13 Juni 1617 en is aldaar overleden 11 Februari 1690. Door invloed van zijn jongeren broeder Caspar, den raadpensionaris van Holland, was hij in 1672 tot griffier der Staten-Generaal benoemd, welke betrekking hij tot zijn dood bekleedde. De mogelijkheid bestaat, dat dit door D. Marot ontworpen huis, door hem werd gebouwd tusschen de jaren 1685 en ’89 of tusschen 1702 en ’07 en na 1707 vergroot. Een gedeelte van het tegenwoor dige huis komt echter op de stadskaarten van vóór 1707 niet voor, maar het geheele huis staat wel afgebeeld op de kaarten na dien datum. Hieruit zou te besluiten vallen, dat het tegenwoordige huis in eens omstreeks 1707 is gebouwd op last van Hendrik’s zoon en erfgenaam Francois Fagel. Als men in aanmerking neemt de groote vriendschap, welke be stond tusschen Willem III en Francois Fagel, dan wekt het geen HET HEERENHUIS NOORDEINDE N”. J40.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 151