denkt zich het geheel weder, in al zijne pracht, zooals het moet
geweest zijn toen Francois Fagel het bewoonde.
Hiermede neem ik afscheid van dit huis met zijne rijke plafonds
en prachtigen tuinkoepel, waarvan eerlang niets meer zal overblijven,
als de Gemeente het gaat sloopen. Ik hoop de aandacht in breeder
kring te hebben gevestigd op zijn architect Daniël Marot. Deze ver
dient door de plaats welke in onze bouwkunst in het laatst der 17de
eeuw innam, om in al de verscheidenheden van zijn groot talent
bestudeerd te worden.
IÓ2 DE TUINKOEPEL VAN HET HEERENHUIS NOORDEINDE N°. I40.
I