167 Deze zelfde conclusie kan getrokken worden als men de cijfers voor elke bedrijfssoort afzonderlijk beziet. Als wij bij de verschil lende vakken van houtbewerking bijvoorbeeld opgenoemd zien 315 timmerlieden en 6 timmermansknechts, 49 schrijnwerkers en n knechts, 28 wagenmakers en 3 knechts, 19 kuipers en 4 knechts, dan zullen wij dit wel is waar niet zoo moeten opvatten, dat de grootere cijfers ook allen op zelfstandigen wijzen en er wel degelijk om behooren te denken, dat vele knechts alleen hun vak hebben een massabeweging zou willen worden. Immers slechts bij deze groepen is gelijkheid van lot gepaard met de gelegenheid van ge regeld samenspreken. De Scheveningsche visschers, wanneer zij in den langen winter niet ter zee zijn, hebben die gelegenheid telkens, en dat zij er gebruik van maken blijkt nog tegenwoordig een vaste gewoonte te zijn. De turfdragers hadden hun vaste punt van samen komst op de Turfmarkt vóór het huis van hun commissaris. Het zijn dan ook in 1813 zoowel in April als in November deze beide categoriën voor welker onrustigheid men zoowel van Fransche als van Hollandsche zijde vreesde. Een der eerste handelingen van het comitee van aanzienlijken, dat zich in het begin van November op Fransch verzoek tot rustbewaring gevormd had, was dan ook het tot kalmte aanmanen der turfdragers, en dat wel vooral omdat deze lieden in April revolutionair waren opgetreden, toen zij de nationale garden gedeeltelijk hadden ontwapend en een aanval hadden trachten te doen op het stadhuis. Terwijl deze groepen bij bewegingen vanzeive de leiding namen, konden dan andere veel kleinere zich daarbij scharen. Zoo de vleesch- houwersknechts, van wie wij weten dat zij ook speciaal in het oog gehouden werden. Zoo de 16 knoopmakers, de eenige die overge bleven waren van dat eertijds in Den Haag zoo bloeiende bedrijf, dat vooral voor de militaire kleedingstukken werkte. Zóó, in het algemeen behalve de 375 lieden, die slechts met de onderscheiding „handwerkslieden” in de telling zijn opgenomen, al de knechts bij de verschillende bedrijven. Het totaal dezer gansche klasse zal de 2000 weinig overschrijden, en zoo is Den Haag onderscheiden door een vrij groote klasse van vermogenden en een vrij kleine klasse van niets-bezitters, waardoor de tusschengelegen klassen op het economisch leven het duidelijkst haar stempel konden zetten. BEROEPEN VÓÓR HONDERD JAAR.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 175