Een overzicht daarvan is naar door mij verstrekte opgaven als bijlage gedrukt achter het werkjeVrouwenarbeid voor Honderd Jaar, uitgegeven door een subcomm. der Histor. Commissie der Tentoonstelling de Vrouw 1813—1913. vrij krachtig nieuw vertier gezinshoofden ongehuwden dus of weduwen, die dienstboden hielden, een 75-tal het „beroep” van „rentenierster” het hare noemden. Te completeeren valt dat dan door de patentregisters die van 17921806 werden opgemaakt en bijgehouden. Uit deze leeren wij dan nog verschillende vrouwen in beroepen kennen; voornamelijk winkeliersters natuurlijk. Zoo waren er in 1792 45 ongehuwde, 9 gehuwde en 13 weduwen, verkoopsters van drooge koffie, thee en chocolade, waarbij dan in de veertien volgende jaren nog 37 onge huwden, 5 gehuwde en 14 weduwen kwamen. De natte koffie, thee en chocoladeverkoopsters wij zouden ze kunnen vergelijken met houdsters van „melksalons” werden weder meer gevonden onder de gehuwde vrouwen, namelijk in 1792, 33 tegen 12 ongehuwde en 1 weduwe. In hetzelfde tijdsverloop kwamen daar dan 7 onge huwde en 2 weduwen bij. Veel kleiner was het getal kleine kraam- sters voor zout en zeep grossierster was er slechts één weduwe ook van de vleeschhoudsters en varkensslachtsters waren er maar weinige. Groot daarentegen was het aantal van haar, die vergunning hadden voor herberghouden of sterkendrank schenken, n.m.l. 37 ongehuwde, 8 gehuwde, 38 weduwen en 7 gescheiden vrouwen. Overigens blijkt nog uit het bovengenoemde dienstbodencohier dat enkele vrouwen als weduwen de bedrijven harer echtgenooten bleven voortzetten. Ten opzichte der winkeliersters van manufac turen en der naaisters staan ons evenwel geen gegevens ten dienste. Een werkelijk volledige statistiek der vrouwelijke beroepen wordt eerst mogelijk uit de bevolkingsregisters van minstens 10 jaar later, x) voor een inzicht in de toestanden in het begin der eeuw liggen die echter iets te ver af, vooral wel omdat de ontwikkeling en uit groei, die door allerlei ongunstige invloeden in den zoogenaamden Franschen tijd hadden stilgestaan, zich na dien weer beginnen te vertoonenhet Hof kwam terug en bracht veel van den verganen bloei terug. Zoo ontstonden nieuwe verhoudingen, die een vergelijking met de cijfers van 1811 niet heel goed mogelijk maken. BEROEPEN VÓÓR HONDERD JAAR. 170 I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 178