15
buitenlandsche gezanten, die wellicht tot deze rubriek behoorden,
althans in elk geval het hunne bijdroegen tot den weeldeglans
der stad, doch die in het cohier tevergeefs worden gezocht; juist
hier is dus de werkelijkheid nog mooier, dan de cijfers die ons zijn
overgeleverd.
Het gaat niet aan om hier op alle bijzonderheden te wijzen die
dit cohier ons leeren kan. Ik stip slechts hier en daar wat aan.
Zoo bijvoorbeeld dat de rijkste man van den Haag de bekende
Francois van Aerssen was, Oldenbarneveldts tegenstander, die voor
een vermogen van 800.000 gld. was aangeslagen. Hij bewoonde
in het Voorhout een groot voor hem gebouwd huis met twee
topgevels, waarvan wij de rijke renaissance-architectuur nog op
een teekening van Van Call uit het eind der 17de eeuw bewonderen
kunnen; het kwam later aan de familie Bentinck die het door
Marot liet verbouwen; de plaats wordt nu ingenomen door het
Ministerie van Marine. Aerssens broeders, Johan, de Drossaert
van Breda en Jacob, het lid van den Raad van Brabant stonden
slechts voor 240.000 en 260.000 te boek, toch waren beide
met dochters van den schatrijken Rotterdammer grootkoopman
Johan van der Veecken gehuwd, terwijl Francois’vrouw, Petronella
Borre niet van zoo rijke familie was, althans haar moeder de
weduwe van het lid van het Hof van Holland, Hieronymus Borre
stond slechts voor f 40.000 te boek. Er is dus reden aan te
nemen, dat de hooge functies, die Aerssen bekleedde tot zijn
kapitaalvorming in hoofdzaak bijdroegen. Ook Oldenbarneveldt was
zoodoende vermogend geworden, zijn weduwe stond in 1627 nog
voor 150.000 ingeschreven, terwijl zij aan hare 4 kinderen hun
vaderlijk erfdeel wel al zal hebben uitgekeerd; van een van hen,
Maria Petronella, vinden wij dat terug onder de 112.000 waarvoor
haar man Cornelis van der Mijle stond aangeschreven, waarbij in
aanmerking genomen moet worden, dat de tien jaren, die aan deze
opgave voorafgingen, op het vermogen van de familie van den
Advocaat zeker een verre van gunstigen invloed moeten hebben
uitgeoefend.
Er zijn trouwens nog tal van andere dergelijke voorbeelden.
Daar is o. a. de familie Doubleth, uit welke verschillende leden
HM
HAAGSCHE COHIEREN I, (1627).