hem, dat ik nimmer mijn gevoelen verzweeg als het mij gevraagd werd, dat ik als oprecht en regtgeaard Hollander voor den Keizer geene genegenheid kon hebben, die mijn Vaderland overweldigd had en ongelukkig maakte, dat ik dus vast besloten had uit ge- negentheid niets te zullen geven, en dus het bewuste stuk weigerde te tekenen, doch indien er een Keizerlijk Decreet bestond ik mij daaraan zoude onderwerpen; dat overigens, wat zijne bedreigingen betrof, hij moest weten wat zijn pligt hem beval, en ik de gevolgen zoude afwachten, doch inmiddels mijne demissie gaf uit mijne be trekking van Chef van Divisie aan de Prefecture, waarop ik mij verwijderde en het Hotel verliet. Na drie dagen ontving ik een billet van den prefect de Stassart inhoudende: dat wij beiden te driftig geweest waren, dat ik in jeugdige drift en onvoorzigtigheid mij woorden had laten ontvallen, die ik in bedaarde toestand voorzeker niet zoude gebezigd hebben, en die, zoo hij die letterlijk opnam en daaraan gevolg gaf, mijn ongeluk zouden berokkenen. Dat hij uit ware genegentheid voor mij dit echter niet wilde doen, daar hij teveel prijs op mij stelde, en meer zulke vleijende uitdrukkingen, ten slotte mij voorstellende en verzoekende mijne functiën als Chef van Divisie wederom opte- nemen. Ik gevoelde dat hij de zaak loyaal behandelde, en dat ik welligt teverre was gegaan; ik begaf mij dus bij hem, en na nog eenige woordenwisselingen, doch in het vriendelijke, aanvaardde ik mijne functiën weder, en daarmede liep dit af. Van het aanbieden van paarden kwam verder niets. Hij bleef vervolgens even voorkomend jegens mij, doch dat hij mijne politieke gevoelens en gedrag wantrouwde bleek daaruit, dat hij mij van dat oogenblik afaan, doch natuurlijk zonder dat ik het wist of er iets van merkte, onder de surveillance der Hoge Policie stelde, zoodat de Commissaire Spécial Eymard alle acht dagen een bijzonder rapport over mijn gedrag en woorden moest uitbrengen, hetgeen ik eerst na de ommekeer van zaken in November 1813 van den Hr. Ampt, Commissaris van Politie vernam, die mij dit verhaalde. VARIA OVER 1813. 242

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 250