r few
t
Residentie leden van het Gilde geweest zijn. Zij allen kwamen in de
vrije natuur verpoozen van hunne werkzaamheden.
Uit dien rijken schat van herinneringen heb ik gemeend te mogen
putten om hier en daar een enkele naar voren te halen en te be
waren voor hen, die na ons komen, opdat niet alle bij het sluiten
van het graf zouden worden veroordeeld om vergeten te worden.
Op den 4den Juli 1835 kwamen in het Badhuis te Scheveningen
eenige Heeren bijeen en besloten op voorstel van den Haagschen
Wethouder, later Burgemeester Jhr. G. L. II. Hooft tot oprichting
van het St. Hubertus Gilde. Voorzitter werd ’s Konings Hofmaar
schalk E. H. Baron Rengers van Warmenhuizen, Vice-President de
van Pruisen, den Groothertog van Saxen Weimar, die allen werk
zame leden zijn geweest van het Gilde, waarvan thans Prins Hendrik
Beschermheer is. Herinneringen ook aan velen, die behoord hebben
tot de naaste omgeving der Oranjevorsten, en aan Nederlandsche
staatslieden, die met eere vermeld staan in de geschiedenis van het
land en zelfs aan buitenlandsche staatslieden, die een rol gespeeld
hebben in de politiek van Europa en gedurende hun verblijf in de
het Gilde. In bruikleen in het Gemeente-Museum.
I
De bekers van
252 HET HAAGSCHE SCHERPSCHUTTERSGILDE PETIT ST. HUBERT.