stappen te doen om een nieuw en beter gelegen terrein voor de schietoefeningen van het Gilde te verkrijgen. Met het vinden van een beter schiethuis vlotte het echter niet erg. En toch was ook ten gevolge van de verbetering der vuurwapens waar door vergrooting van de afstanden waarop geschoten werd noodzake lijk was, een betere gelegenheid dringend noodig. Het op de vergade ring van 22 Maart 1869 ten paleize van Prins Hendrik gekozen bestuur bestaande uit de heeren F. van Aylva Baron van Pallandt, M. Graaf van Limburg Stirum, C. J. Van den Oudermeulen en L. R. Baron Taets van Amerongen, nam de zaak weder met kracht ter hand en aan den maaltijd, welke na het concours van 8 Mei 1869 onder Voorzitter schap van Prins Hendrik in het hotel Paulez plaats had, werd nog maals op de urgentie van verbetering gewezen. Kolonel Schonstedt stelde daarom in de vergadering van 23 Maart 1870 ten paleize van Prins Hendrik voor het prijsschieten op verdere afstanden te houden in de vlakte van Waalsdorp en op de schietbaan van het Gilde het schieten op korten afstand en op de vogel en Willem Teil te be houden. Alzoo werd besloten. In de vergadering van 31 Mei 1871 eveneens ten paleize van Prins Hendrik, kwam de zaak opnieuw aan de orde, als gevolg van een voorstel van het bestuur der Scherpschuttersvereeniging om gezamenlijk een nieuwe schietbaan met gebouw in te richten. Een uitvoerige gedachtenwisseling had hierover plaats. Prins Flendrik achtte een nieuwe baan zeer wensche- lijk, bij welke meening zich de Prins van Oranje aansloot, die echter voor de baan van deze scherpschuttersvereeniging weinig voelde, omdat deze niet veel dichter bij de stad gelegen was; andere leden vonden het een bezwaar, dat het Gilde daardoor slechts eenige dagen in de week de beschikking over de banen zou hebben. Ten slotte werd besloten het bestuur te machtigen in onderhandeling te treden met het bestuur van de Scherpschuttersvereeniging. Intusschen leed het Gilde een smartelijk verlies door het overlijden van de Beschermvrouwe H. K. H. Prinses Hendrik. In de vergadering van 21 Mei 1872 wijdde de Voorzitter eenige hartelijke woorden aan de Overledene, die zooveel voor het Gilde gedaan had en deelde mede, dat hij op ontvangst van het bericht van het overlijden van Hare Koninklijke Hoogheid een telegram van condoleantie namens het Gilde aan Z. K. H. Prins Hendrik had gezonden. Nog kort te voren, den 2den Mei, had de overleden Prinses aan het Gilde doen weten, HET HAAGSCHE SCHERPSCHUTTERSGILDE PETIT ST. HUBERT. 265

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 273