om een weg regelrecht van het Kanaal bij den men van die duingronden ter minstens een menschenleven zou verlangen. Wel bestond er een plan tot aan het Oranje-Hotel aan te leggen Ouden Wassenaarschen Weg uit en bebouwing kon uitgeven, doch er zou mede heengaan eer men zoover was. De Voorzitter zeide, dat het Bestuur van Petit St. Hubert in deze zaak uit hoofde der bezwarende voorwaarde niet zonder machti ging eener vergadering kon besluiten en vroeg daarom de beslissing der vergadering. Hij deelde de zienswijze mede van den Burge meester, die hem bepaald had verzekerd, dat de stad niet tot eene wederopzegging van den grond in de eerste 50 jaren zou overgaan. Algemeen werd de bepaling, dat de grond ieder oogenblik kon worden teruggeeischt en men dan met het doen amoveeren der ge bouwen bedreigd werd, te bezwarend geacht en men vond de optimistische beschouwing van den Burgemeester weinig gerust stellend. De overweging echter, dat men hier op gemeentegrond ten minste eigenaar zou zijn van het schiethuis en van de baan, heeft de vergadering doen besluiten het voorstel van den Gemeente raad aan te nemen. Op het concours van 29 October 1874 deelde de Voorzitter mede, dat het Bestuur zich bij een schrijven van 8 September had gewend tot Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage met het verzoek om de voorwaarde door den Gemeenteraad aan den afstand van grond verbonden nogmaals aan de orde te stellen en te willen toelichten; dat Burgemeester en Wethouders den 21 September daarop hebben geantwoord, zij aan dit verlangen niet konden voldoen, omdat de Raad de voorwaarde tegen hun prseadvies had gesteld, doch zij gaven het denkbeeld aan, dat de schietvereeniging de Gemeente zou aanbieden om voor het gebruik van den grond, waarop het schiethuis zal worden gebouwd, een jaarlijksche recognitie te voldoen, b.v. tot een bedrag van ƒ25. Op grond van zoodanige betaling waren zij bereid den Raad voor té stellen de bezwarende voorwaarde terug te nemen. De vergadering besloot tot die aanbieding van eene jaarlijksche recognitie van 25 gulden. Bij missive van 27 November 1874 deelden Burgemeester en Wethouders mede dat de Gemeenteraad bij besluit van 24 Nov. 1874 de betaling eener recognitie van f 25.aanvaardende was teruggekomen van de bepaling dat het schiethuis zonder schade- I 268 HET HAAGSCHE SCHERPSCHUTTERSGILDE PETIT ST. HUBER!

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 276