met
metselaar 3000, evenals een schoen-
Quellenburg bezat 8000 gid., zooveel
der Faes. Wij vinden hier dus vrijwel
7878
4798
6767
960
56°
35°
400
800
m.
m.
m.
bezaten 11.85%
De telling van het cohier zelf, d. w. z de herleiding van het
opgegeven opbrengstcijfer tot het vermogenscijfer, komt 146 m. lager, zie
daarvoor mijne opmerking aan het slot van het cohier.
4
Of, tenslotte in vier hoofdgroepen
550 klein bezitters
315 gezeten burgers
63 vermogenden
32 grootkapitalisten
Met andere woorden, kan dit ook zoo uitgedrukt worden, dat
van het totaal vermogen groot 22.057.000
de klein bezitters
gezeten burgers
vermogenden
grootkapitalisten
11 personen m. een vermogen van 151200 m., tezamen 2080
w
10 m. tezamen 2614
5°
35-72
21.75
30.68
Het oriënteert ons nog gemakkelijker, als wij aan eenige voor
beelden zien welke personen tot elk dezer klassen behoorden,
omdat wij dan niet slechts de vermogenstoestand, maar ook min
of meer het sociaal milieu vaststellen, waarin zij zich bewogen.
Tot de klein bezitters behoorden bijvoorbeeld, ondèr de ambte
naren de deurwaarders en de klerken. Ook nog enkele der
Haagsche regeeringspersonen, zooals de „kleermaker’Johan Honneur
en de „cramer” Cornells Olivier. De herbergier Claes Valek be
hoorde tot de minst begunstigden dezer groep (2000), iets beter
had het Aryen Heyndrixss, garentwinder (3000), nog beter was
Aryen Hartmans de bakker met ƒ8000. Een timmerman had 2000,
een tuinman evenveel; een
maker. De pasteibakker van
als de zijdelakenkooper van
de winkeliers en kleine nijveren.
In de tweede klasse vinden wij enkele notarissen, advocaten en
procureurs; verschillende hoogere ambtenaren en enkele mannen
HAAGSCHE COHIEREN I, (1627.)
20
V
I
n
n
n
v
n
V
n
n
n
V
m.
201—250
251—300
»3OI~35°
35I—4°°
boven 400
2
I
I
I
n
1
11
51 100
100—800