1 Wat de wijze van uitgave betreft, valt weinig mede te deelen; Zij is geheel volgens de regels van het Hist. Genootschap. Er is echter getracht zooveel mogelijk voornamen en beroepen aan te vullen, hetgeen, vooral dank aan den klapper op de notarieele protocollen met vrij belangrijk resultaat bekroond mocht worden. Deze aanvullingen zijn natuurlijk alle tusschen geplaatst. Tevens is bijgevoegd de berekening van het vermogen door de opbrengst- cijfers telkens met 500 te vermenigvuldigen. Ik heb daar voorgezet om te laten uitkomen dat het cohier zelf deze cijfers niet geeft. Ik meen, dat deze beide soorten van aanvulling den gebruiker van het cohier ten zeerste zullen te hulp komen en dat zij het nut der uitgave dus naar evenredigheid verhoogen. van zaken, zooals de „koopman” Steven Groelaert, de „werkmeester” (aannemer) Mathijs Treurniet, de wijnkooper in het Gouden Hoofd, van der Maes. In de klasse der vermogenden vinden wij ook nog handelaars als den rijkste der lakenkoopers Cornells van Wouw met 80.000, maar over het algemeen is het kapitaal dat wij hier aantreffen niet gevormd uit bedrijfsinkomsten. Het zijn de hoogere ambtenaren, vooral die met financieel beheer belast zijn en voorts de aan zienlijke adelijke heeren en patriciërs, die tot deze categorie behooren. Ook de klasse der grootkapitalisten bestaat uit deze soort. Moge ook hun vermogen zijn eersten oorsprong van den handel rekenen, zooals bij de Pauwen, bij de schoonzoons van van der Veeken, de gebroeders van Aerssen, het is voor het oogenblik in grondbezit belegd, en bij de meesten ook daaruit afkomstig. Zoo zijn de oude edelen, de Oems v. Wijngaarden, de Duyvenvoordens, de van der Duyns, de Schagens, de Bouckhorsten juist in deze groep te vinden. Eerst na de publicatie van een tweede cohier, dat van 1674, welke ik in den volgenden jaargang hoop te kunnen doen, zal het mogelijk zijn door middel van vergelijking nog andere en wellicht verderstrekkende conclusies te maken juist ten opzichte van de kapitaalsvorming en kapitaalsontwikkeling, voor het oogen blik volsta het hier ter inleiding gezegde. Men neme zonder meer het hier als bijlage volgende cohier zelve ter hand, dat den belang stellenden lezer naar ik hoop niet zal tegenvallen. 21 HAAGSCHE COH1EREN I, (1627.)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1913 | | pagina 29