112. Bedoeld is Frederik Hendrik. Men herkent hier den „Scheepspraet”. het prinsdom Oranje, waarvan Lodewijk XIV zich had meester gemaakt, voor den jeugdigen Willem III terug te bekomen; pogingen, die met een schitterenden uitslag zijn bekroond? Ver oorlooft mij ook hier den beminnelijken man zelf te laten spreken (Zeestraet, vs. 2g) Doe ’t mijn’ beurt is geweest, den man te roer mijn’ handen Te leenen, daer hij quam te schepen of te landen, Ded’ ick het yverigh, en met deselve trouw, Die ’ck noch het Vaderland, als ’t zijn most, leesten souw. Sijn Kind hebb ick gedient, soo lang het God liet leven; Het Kinds-kind blijv ick bij, soo lang het God will geven En ’t Kind gedoogen sal: de Peerel van sijn’ erf Staet, seght men, eenichsins op mijner diensten kerf: En staet my niet goed koop; vier mijner laeste jaeren Door hoven vol gewoel, door bergen en door baeren Door stormen en soet weer sijn even toegebracht, Om ’t Kind syn eigendom te brengen in sijn’ macht. t. a. p. 7, dichter van 2) Zijne moeder, Suzanna Hoefnagel, verloor hij in 1633, dus nog vóór zijne vrouw (1637). Eene diepgevoelde hulde brengt hij haar in zijne „Sermones de Vita Propria”, II, 430 vlgg (in de vertaling van Loosjes, bl. 99). Ook in de opdracht aan haar van het Derde Boek zijner „Ledige Uren” wijdt hij haar een innig woord voor hare zorgvuldige opvoeding (zie Kalff, Const. Huygens, bl. 8 vlg.). Aan zijn vader (gestorven in 1624, 74 jaar oud) zijn zijne herinneringen talrijker. Zie o.a. „Sermones” II, 220 vlgg. en „Cluyswerk”, vs. 37 vlgg.: wat heeft hij wel geweten Die dertig jaeren schier mijn wyse vader was, En om de zeventigh en vier, my noch te ras, Ter tyd uyt wierd geruckt. Voegt bij dit alles zijne verbazende belezenheid, welke geen ge bied van het toenmalige menschelijke weten uitsloot; zijne verwon derlijke werkkracht en zijn ondoof baren werklust; zijn gelukkigen aanleg voor kunst en wetenschap beide, dien hij, geholpen door eene voortreffelijke opvoeding, op eene uitstekende wijze heeft ontwikkeld en uitmuntend besteed 2). Hoe heeft deze zeldzame man, CONSTANTIJN HUYGENS. I23

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 133