Bij de onthulling van het borstbeeld van Huygens op den Scheve-
ningschen weg (4 Sept. 1897).
een meester ook in het gebruiken van snipperuren en oogenblikken
zoowel als in het verdeden van zijn tijd, met dien tijd en met
zijne gaven gewoekerd; hoe keurig en veelzijdig was hij ook in
zijne uitspanningen en genoegens. Ja, deze man is waardig nader
kennis met hem te maken, omdat hij een man is in den waren zin
van het woord, die weet wat hij wil en hetgeen veel moeilijken
is wil wat hij moet; een man naar wien het een voorrecht is
te mogen luisteren; die uit een rijken schat van geleerdheid, ervaring
en menschenkennis kan putten en daarvan in den regel met takt
gebruik maakt; wiens groote kennis hem nimmer opgeblazen maakt,
wiens liefde voor de menschen ons sticht; die wel en gaarne over
zichzelf spreekt, maar zich niet vergoodt of spaart; die weliswaar
gaarne aan het door hem opgemerkte eene les of eene toepassing
verbindt, maar daarbij zelden vervelend wordt of langdradig; die
ons aangenaam stemt door zijn gemoedelijken ernst en zijne een
voudige vroomheid; een man eindelijk, die zich geeft gelijk hij is,
en dit doen kan en mag, omdat hij niet behoeft te schromen zijn
gansche gemoed voor anderen open te leggen.
Aan dit reeds voor jaren door mij ontworpen karakterbeeld
voeg ik, ter voltooiing en vergelijking tevens eene „zedeprint” toe,
geëtst door Prof. Kalff, die ons in een boeiend geschreven werk
de geheele Nederlandsche letterkunde heeft geschilderd en in die
galerij ook het portret van Huygens met liefde heeft gepenseeld.
In eene uitvoerige studie in „de Gids” (van 1900, n°. 5) over onzen
Huygens schrijft hij„Wie ondernemen wilde eene „zedeprint”
van dezen karakterteekenaar te etsen, zou misschien zijn voordeel
kunnen doen met het navolgend ontwerpHij is een getrouw
dienaar der Oranje’s en een oprecht Geuzenkind. Hollander in merg
en been, maar wereldburger in menig opzicht. In de veelzijdige
ontwikkeling zijner rijke gaven kweekeling van het Humanisme,
maar toch overtuigd Kalvinist. „Wijs hoveling”, die op menig punt
niet ver staat van den Voorburgschen boer. Onder de leeken een
„goet predikant” in eigen trant. Schrander „medicijnmeester”, die
niet geschroomd heeft de vlijm der satire te zetten in de booze
zweren van zijn tijd. Voortreffelijk vertegenwoordiger van zijn
124
CONSTANTIJN HUYGENS.