Worp in de inleiding zijner uitgave, dl. I bl. IX.
naar des dichters eigen (voor het grootste deel voor ons bewaard
gebleven) handschrift bezorgd, en daarin alles bijeengebracht wat
Huygens van zijne groene jeugd af tot zijn hoogen ouderdom toe
heeft gedicht, zelfs hetgeen hij zelf niet gedrukt wenschte te zien 1).
„Door deze nieuwe uitgave heeft Worp een gewichtigen dienst
bewezen aan allen, die belangstellen in de geschiedenis van onze
literatuur en ons volk. Hier vindt men voor het eerst Huygens’
gedichten chronologisch gerangschikt, voorzien van alle aanteeke-
ningen die de dichter zelf er bij heeft gemaakt en van historische
toelichtingen, waaronder er vele zijn, die van nauwkeurig en vlijtig
onderzoek getuigen. Tal van lijsten en registers verhoogen de
bruikbaarheid van deze uitgave, die in hare (negen) statige zacht-
olijfgroene banden met soberen gouden rugtitel denzelfden indruk
maakt van „deege deeglijckheit” als de auteur, wiens werk zij
bevatten”. Deze woorden van Prof. Kalff geven naar waarheid,
doch slechts in enkele trekken, weer de groote moeite en den
volhardenden arbeid, door den bewerker aan deze standaard
uitgave besteed, doch hetgeen er op volgt: „nog altijd missen
wij eene uitgave van de duizende(n) en duizende(n) brieven aan
en van Huygens”, is niet juist meer, sedert dat Worp zijne
schouders ook onder dit werk heeft gezet, en daardoor zich een
lauwer te meer met betrekking tot Huygens heeft verworven.
Een plan, in 1900 door de Maatschappij der Nederlandsche Letter
kunde ontworpen, moest worden opgegeven wegens gebrek aan
belangstelling. Het is aan Dr. Worp gegeven geworden, dit grootsche
voornemen ten uitvoer te brengenreeds zijn in ’s Rijks Geschied
kundige Publicatiën drie 40 deelen met brieven (van 1608 tot 1644)
verschenen. Laat ons hopen, dat het aan Worp moge gelukken,
ook deze schoone en grootsche taak tot een goed einde te brengen.
Hiervan kan hij overtuigd zijn, zijn naam zal in verband met het
onderwerp zijner geliefde studie en het voorwerp zijner trouwe
zorg en volhardende toewijding steeds met eere blijven genoemd.
Er is nog ééne zijde van Huygens’ persoonlijkheid nog slechts
vluchtig (in de karakterschets van Potgieter) aangestipt, doch daarop
CONSTANTIJN HUYGENS.
133