4
opoffering van het gebouw der St. Sebastiaan-schutters, die zich
echter schadeloos stelden door op den zóó in aanzijn geroepen
Korten Vijverberg een groote Nieuwe Doelen te stichten.
De magistraat van den Haag zelf bevorderde in aansluiting met den
aanleg van het Nieuwe Voorhout die van de Princessegracht naar en
met de Heerengracht, maar vooral vatte hij in een ander deel der stad
de uitbreiding met kracht aan. Dat was in het westen, waar, zooals
men zich uit mijne inleiding op het cohier van 1627 herinneren zal,
een groote oppervlakte reeds binnen de grachten ingesloten lag.
Het terrein van het vroegere St. Elisabeths klooster had men tot
markt bestemd en nu wilde men deze markt door een waterweg
verbinden met het Westland, dat toen reeds de groote groenten
en vruchtenleverancier van den Plaag was. Dat Frederik Hendrik,
die heer van Naaldwijk en Monster was en die te Honselaarsdijk
een groot kasteel bouwen liet, deze plannen zeer bevorderde, ligt
wel voor de hand; ja, het lag zelfs in zijn bedoelingen in die van
den Haagschen magistraat om den waterweg tot aan de Maas door te
trekken. Voorzoover nu deze verkeersweg 'binnen de singels lag,
kon de bebouwing tevens de behoefte aan woningen bevredigen
en het stadsbestuur had zich daarvan veel voorgesteld, zoodat het
bij de uitgifte „sierlijken” bouw had geëischt. Dit is slechts ge
deeltelijk gelukt, en in 1674 althans was slechts het eerste gedeelte
van deze Prinsegracht, tot aan de brug tegenover de Brouwers
gracht toe, bebouwd. De gemeente had er zelf een Waag, een
Korenhuis en een Tuchthuis gezet; den burgemeester Splinter, den
griffier Dedel en den admiraal Johan Evertsen vinden wij onder
degenen, die er voor eigen gebruik huizen lieten bouwen; de rijke
jhr. Johan de Bruyn van Buytewech, heer van Nieuwkoop kocht
verderop in het minder in trek zijnde gedeelte een groot terrein,
waarop voor hem de bouwmeester Pieter Post het „Hofje van
Nieuwkoop” bouwde, dat daar echter nog tot ver in de i8de eeuw
vrijwel geïsoleerd zou staan. Blijkbaar was de behoefte aan groote
heerenhuizen genoeg bevredigd in de kwartieren vlak bij het Binnen
hof, zoodat de Prinsegracht als patriciërs-woonplaats slechts ge
deeltelijk slaagde. Veel fortuinlijker echter was het stadsbestuur
met het aanleggen van de straten en grachten die bestemd waren
voor bewoners met minder inkomen, de Luthersche Burgwal,
de Pavilloensgracht, de Veerkade’s, de Bierkade’s en gedeeltelijk voor
HAAGSCHE COHIEREN II, (1674).