143 vrijden van zeeroovers, altemaal Duinkerkers. Den volgenden dag werd dan ook besloten daarvoor zes fregatten aan te wijzen. Voor- loopig zouden reeds eenige hoekers dus visschersvaartuigen daarvoor in gereedheid worden gebracht. In April 1642 klaagden de visschers opnieuw, maar steeds deed zich de moeilijkheid voor, hoe het geld te vinden voor de uitrusting van een vloot. Tot afwisseling kregen de visschers in 1652 de ellende van den oorlog met Engeland. De vijandelijke schepen kwamen ter hoogte van Scheveningen en namen daar zelfs eenige oorlogsschepen, die de haringbuizen tot convooi dienden. Toen er in het rampjaar 1672 voor de zeedorpen weer gevaar dreigde, zonden de Scheveningers een adres aan de Staten van Holland verzoekende „twee douzijn Musquetten ende genoeghsaem „Loot ende Kruijt mitsgaders drie stucken Kanon.” Het volgende jaar op den gien Juli, vertoonden de Engelsche en Fransche vloten zich voor de Maas en seinden om loodsen en de Graaf van Waldeck ijlde met een legermacht naar Den Briel om de landing te beletten. Drie dagen later zag men den vijand in linie uitgespreid liggen van den Hoek van Holland tot Katwijk. Den 2den Augustus des avonds te elf uur waren de Staten van Holland in buitengewone vergadering bijeen. De Raadpensionaris deelde toen mede, dat volgens rapport van de Gecommitteerde Raden de vloten beproefden met zeer kleine vaartuigen te landen. Besloten werd Burgemeester en Regeerders van ’s-Gravenhage te bevelen onmiddellijk de burgerij onder de wapenen te doen komen en naar Scheveningen te laten marcheeren om aldaar door Ge committeerde Raden „ten meesten dienste van den Lande ende „afbreuk der Vijanden geëmploijeert te worden”. Burgemeesteren van Delft en Rotterdam moesten evenzoo een „goedt” aantal burgeren naar Scheveningen dirigeeren. Twee compagnien ruiters, die zich te Haastrecht ophielden, trokken zoo spoedig mogelijk naar Scheveningen. Het stelsel van „vuyr-teekenen” werd weder in practijk gebracht. Een postdienst met ruiters werd georganiseerd om van Scheveningen naar Den Helder brieven en „advertentiën” over te brengen. Werkelijk beproefde den volgenden dag een Engelsche kits, een licht driemastschip, Scheveningen te beschieten. Maar het was niet opgewassen tegen het vuur van de kanonnen, AAN WELKE GEVAREN DE SCHEVENINGERS, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 153