146
van 21 Januari 1710
terug vergezeld van „Hand-grenadiers en vrijwillige „Haegenaers”
en de kaper moest het onderspit delven.
In de ,,’s Gravenhaegse Vrijdaegse Courant’"
leest men:
„Gisteren na de middag wierd op de hoogte van Schevelingen
„een Hoeker door een kleyne Fransse kaper aengedaen; en genood-
„zaekt zig tegen het strand te zetten, waer na het Volk aan land
„vlugte; de Franssen met de bood bij het vaertuyg gekomen zijnde,
„en niets daer in gevonden hebbende, liet het leggen, en staken
„wederom in zee/’
In de zelfde courant van 18 Februari:
„Heden weder een Fransche kaper voor de kust van Schevelingen,
„werd genomen door gewapende hoekers van Hellevoetsluis, had
„59 matrozen en 4 stukken kanon met 2 bassen.”
En in die van 25 Maart:
„De vissers van Schevelingen hebben dezen morgen een Frans
„kapertje met 12 man aldaer opgebragt/’
Het was een recht avontuurlijk leven, dat de Scheveningers voor
heen hebben geleid en als men de verhalen leest van de ontmoetingen,
die zij ter zee hadden, dan staat men verbaasd over de kalmte,
waarmede zij vaak het gevaar tegemoet gingen. Wat alleen kan
verklaard worden door de omstandigheid, dat de gevaren met tus-
schenpoozen steeds terugkeerden, de visscher in zijn jeugd reeds
van het moeilijk leven hoorde gewagen en zoodra hij ging varen,
er soms al heel spoedig kennis mede maakte.
Uitdescheepsverklaringen, diehier volgen, afgelegd voor Boudewijn
de Witt, notaris te Scheveningen, kan men zien hoe onze Scheve
ningers aan gevaarvolle toestanden waren gewoon geraakt; ja die
toestanden voor hen zelfs een zekere aantrekkelijkheid hadden.
De eerste verklaring is van Jacob Corneliszoon Ros stuurman,
en Leendert Leenderts Pronk, matroos van de visscherspink „de
Jonge Cornelis” van de reederes de Wed. Alida Nibbeling te
Scheveningen. Wij laten voor bekorting den aanhef van de verklaring
weg, en vallen met de deur in ’t huis.
„Dat zij deposanten met hun voorschreven Vischpink op Sater
dag den 24611 January 1761 des voormiddags tussen elf en half twaalf
AAN WELKE GEVAREN DE SCHEVENINGERS, ENZ.