I. MARIE LE ROSSOIS EN HARE DOCHTER. Het bekende werk van J. Gay: Bibliographic des ouvrages relatifs a 1’amour, aux femmes et au mariage. Lille, 1899, vermeldt „Serail de DelysJJ, ou Parodie de la tragédie d’Alcibiade, comédie en vers, Cologne, P. Marteau, 1735 en 8°. 15 p. (Soleinne n°. 3843). Daarbij staat het volgende aangeteekend Eene dochter Sara werd geboren uit het huwelijk van Francesco, den jonge. Deze trouwde met Abraham, alias Francesco Lopes Suasso hierboven reeds vermeld als tiende kind van Francesco Lopes Suasso en knoopte zoodoende een nieuwen band tusschen de oude geslachten Lopes en Suasso. De kerkregisters der Portugeesch-Israëlitische Gemeente in den Haag, aanwezig op het Gemeente Archief dezer stad nemen eerst een aanvang met het jaar 1755, doch de hiervoren vermelde genealogische aanteekeningen vullen dit gemis eenigermate aan en geven ons zekerheid omtrent de persoon van den schoonzoon van de Liz, den jonge. Ook bevestigen de stukken in de notarieele archieven de juist heid dier mededeelingen en completeeren die nog eeniger mate Uit dezelve blijkt onder meer dat de schoonzoon van de Liz omstreeks 1740 de volgende naaste bloedverwanten had. i°. een broeder met name Alvaro, alias Jacob, 20. een broeder Manuel, 30. een broeder Aron Israël, alias Jeronimo, die gehuwd was met Eliseba de Pinto en den 28 November 1740 overleed. Dan wordt nog vermeld, dat hij eene zuster had (Sarah), wier naam niet wordt genoemd, doch die in de stukken aangewezen wordt als de gade van Benjamin da Costa. Er bestaat reden om aan te nemen dat onze Lopes de Liz, direct of indirect uit Engeland afkomstig was. x°. Huwde hij met Esther Henriques, die blijkens haar testament talrijke familie betrekkingen in het Vereenigde Koninkrijk bezat, en 20. wordt hij zelf in vele in het Fransch, Italiaansch en Portugeesch gestelde documenten genoemd als „Gentilhomme Anglois”. 16-] EPISODEN UIT HET LEVEN VAN FRANCESCO LOPES DE LIZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 177