174 aan Desforges, den schrijver ons de persoon van Marie ’s Gravenhage was in de 18e eeuw een dorado voor vreemde lingen van distinctie en van avonturiers. Deze laatste getooid met schoon klinkende namen en titels, die in geen verhouding stonden tot de lichtheid hunner beurzen, trachtten die beurzen te spekken door allerlei zonderlinge praktijken. Het meest gebruikelijke middel daartoe was het spel, vaak het valsche spel en daarnaast het veroveren eener rijke bruid. Tot dit slag behoorde ook Messire Francois d’Aché, Seigneur de Desparre de la Piquenaudières, die vermoedelijk bekend met het feit dat de schatrijke Dopes de Laz, verplichtingen had tegenover Franqoise Tauzin, zijne blikken op haar wierp. Geholpen door eene bemiddelaarster, kreeg hij toegang tot de jonge dame, en wist haar voor zich te winnen. In weerwil van den tegenstand der moeder en vooral van de Liz, die voor zag dat hij voor de finantiën te zorgen had, trouwde hij haar voor de wet. Wij hebben tot nu toe hoofdzakelijk der Mémoires het woord gelaten om le Rossois te schetsen. Wel hebben wij eenige boedelpapieren ge produceerd, die op haar betrekking hebben, doch wij zullen nu de gegevens mededeelen, die wij ontleenen aan het protocol van den Notaris Johannes Sijthof. In deze stukken wordt zij niet zoo als door Desforges, le Rochoir genoemd doch Marie Rossois, weduwe van Antoine Tauzin, luitenant der grenadiers van den koning van Frankrijk. Zij woonde toen op den Nieuwen Haven hier ter stede, en verscheen herhaalde malen ten kantore van genoemden notaris, om bij gemis aan gereed geld, acten op te laten maken, die be loften van schulddelging inhielden. Het papier is geduldig en zij scheen een bijzonder talent te hebben om aan hare verplichtingen op deze wijze te ontkomen. Zij toonde zich daarin eene waardige vriendin van de Liz. Het gold een zaak te Parijs en zij bediende zich daarbij van de bemiddeling van Henri Dardon, pruikenmaker te Parijs in de Paroisse St. Germain l’Auxerrois. Ook haar vriend de Liz gaf aan dien kapper vaak procuratie voor de behandeling van min of meer obscure zaakjes. Op 23 December 1728 gaf zij hem dan machtiging voor de volgende aangelegenheid, die ik letterlijk in het Fransch citeer, zooals zij in de acte omschreven wordt: „pour elle et en son nom, accepter la donation entre vifs que Mr. EPISODEN UIT HET LEVEN VAN FRANCESCO LOPES DE LIZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 184