-
178
zoon
van een enorm fortuin moeten geweest zijn. Dit bedrag vertegen
woordigt heden ten dage minstens eene waarde van een half
millioen.
Ook in de Zecca te Venetië hadden zij groote bedragen; zij
bedienden zich voor hunne transactiën aldaar van de tusschenkomst
der firma Aurelio Rezzonico.
Uit een acte van 21 Augustus 1725 (protocol Notaris J. Sijthoff)
blijkt dat Francesco Lopez de Liz Senior overleden was en zijn
de executeur en eenige erfgenaam van zijn groot vermogen
was. De juiste datum van zijn overlijden is 6 Mei 1725, hij werd
den 9 Mei begraven en de betaalde impost bedroeg voor de eerste
klasse 31 Gld. 7 st. Hij had op 25 November 1723 een testament
gemaakt voor Notaris Samuel Favon, alhier, dat evenwel ontbreekt
in ’t protocol, hetgeen eenigszins vreemd is. Op 6 Juni 1725 waren
Pedro Henriques Junior, de schoonvader van de Liz en deze laatste
zelf aangesteld tot bezorgers van het fidei-commis van kapitalen
in de Oost-Indische Compagnie. Er is iets vreemds in deze erfenis
kwestie, en zij is in strijd met de door notarieele acte bevestigde en
door ons vroeger aangehaalde mededeeling, dat de oude de Liz
eene dochter had, die voor 1719 als weduwe van Abraham de
Pinto overleed. Wij vonden namelijk eene declaratie voor Schepenen
op 4 Juni 1725 door twee vrienden van den overledene afgelegd.
Matthias Alvaro Delsotto en Manuel Jacobs verklaarden onder eede,
dat de Liz Senior geen andere kinderen, nog te vooren overledene
kinderen, descendenten nogte eenige andere erffgenamen abintestato
heeft naargelaten als alleen Jacob Lopes de Liz den jongen. Wij
hebben er echter geen belang bij dit punt verder te onderzoeken.
Uit den in lateren tijd opgemaakten boedelinventaris zullen wij
zien dat verscheidene conterfeitsels van vreemde gezanten, bij de
Republiek geaccrediteerd, de salons van de Liz sierden en tegelijketijd
vinden wij in dezen boedel schuldbekentenissen van kapitale sommen
aan deze hooge heeren geleend.
Onze schrijver vermeldt met name alleen de Markies de Monteleon,
gezant van Spanje, doch hij schijnt op dit punt niet geheel be
trouwbaar te zijn. Immers hij zegt, dat de Liz den gezant niet
geheel vertrouwde en voor de geleende sommen, zijn zilver vaat
werk in pand nam. Op aandringen van zijn zoon Dom Francisque
leverde de Liz het pand weer uit, toen de gezant ter eere van
EPISODEN UIT HET LEVEN VAN FRANCESCO LOPES DE LIZ.