183 In de eerste dagen van 1721 wordt Jean Francisque genoemd als gewezen Maïtre de 1’Opera in den Haag, en was hij door het Hof van Holland geauthoriseerd tot het oprichten eener Muziek Academie. De Opera was gevestigd in een perceel aan de Noord zijde van den Voorhout, in welk huis hij zelf drie vertrekken be woonde, terwijl de kelders in huur waren genomen door de Liz. Francisque scheen genoeg van het directeurschap te hebben en wilde gaarne de zorgen van het ambt op andere schouders leggen. Hij maakte gebruik van de diensten van Louis Buisson, aan wien hij volmacht gaf om te onderhandelen met Marie Anna Dujardin, Maitresse d'Opéra te Rijssel. De conditiën waren als volgtZij kon op haar naam van Francisque het gebouw met den inventaris en alle tooneelbenoodigdheden huren voor 2500 per jaar en wel voor 2 of 3 jaar, naar haar keuze. De afbetaling zou geregeld geschieden na elke voorstelling, deze zouden bestaan uit opera’s en comedies. M1]e Dujardin, zou, indien zij de voorwaarden aannam geheel en alleen meesteres zijn over de Opera, vrij in de keuze harer sujetten en stukken. Haar mede-contractant was echter niet geheel ter goeder trouw, want wij zien tot onze verbazing, dat hij op hetzelfde tijdstip, 13 Februari 1721, voor een som van 1200 gulden, die hij van zekeren Adriaen Bout geleend had, alle meubelen, sieraden en requisiten van de Opera verpandde. Dit voorschot moest wel is waar dienen voor de nieuwe directrice, doch toch was de zaak niet geheel zuiver. MUe Dujardin was al even slecht bij kas als haar voorganger en had toen zij het contract op 3 Maart 1721, voorloopig voor één jaar teekende, geen geld om naar Holland te reizen. Francisque schoot haar daarom ƒ1420 voor, die zij beloofde vóór Maart 1722 af te betalen. Bij nadere overeenkomst van 7 Augustus 1721 werd door partijen ’t volgende gecontracteerd. De betaling van de ƒ2500 voor huur, moest in maandelijksche termijnen van fl 208,6 st. geschieden. MUe Dujardin werd vergund ook buiten den Haag opvoeringen te geven en dan de décors en de costumes, die het eigendom van Francisque heetten te zijn, te gebruiken, mits dat er iemand van zijnentwege medeging om het oog op die zaken te houden. Men ziet het wederzijdsche vertrouwen was roerend. EPISODEN UIT HET LEVEN VAN FRANCESCO LOPES DE LIZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 193