196 acte van lateren datum (17 Januari 1731) dat alle hem eventueel toekomende sommen door het Chatelet gestort moesten worden in handen van de hooge vrouwe de Marèchale de Grammont en van den Staatsraad Hérault, Lieutenant-général de Police, die nota bene zijne vervolging voor niet ontvankelijk had verklaard. Deze beide personen werden aangezocht bedoelde penningen aan te wenden ten nutte der geestelijke zusters en dit uithoofde van de Liz’ vriendschap en welwillende gezindheid voor dezelven. Desforges was op dit punt niet voldoende ingelicht, en had wel de klok hooren luiden, doch zonder te weten waar de klepel hing. Zoo vertelt hij dat Duliz voor zijn vertrek naar Holland aan een pastoor van de Parochie Saint Sulpice te Parijs een rijke gift schonk en hem de vordering overdroeg, met belofte, indien het proces ge wonnen mocht worden door zijn advocaat, dan al de kostbaarheden te zullen verkoopen en de netto opbrengst te zullen bestemmen voor de behoeften der parochie. Onze held genoot te ’s Gravenhage de vreugde van den huiselijken haard en hervatte tegelijkertijd het verkeer met zijne steeds trouwe vriendin MUe Rossois. Intusschen trad Maïtre Granet krachtig op tegen MUe Pélissier doch zonder eenig succes, want het recht was aan de zijde der actrice, die buitendien hare invloedrijke vrienden te hulp had ge roepen om haar recht te ondersteunen. Tot groote ergenis van de Liz viel de uitspraak ten hare gunste uit. Dit rechtsgeding gaf een onbekend schrijver aanleiding tot de samen stelling van het hiervóór reeds vermeldde tooneelstuk getiteld „Le triomphe de l’intérêt, waarin de Liz voorkomt onder den naam Jacquin en zijne tegen partij MUe Pélissier onder den naam Fanchon. Hij zon nu op wraak, want het stond bij hem vast dat zoowel zijne gewezene vriendin als Francoeur, die hij beschuldigde van haar tegen hem te hebben opgehitst, voorbeeldig gestraft moesten worden. Zijne bedienden kenden natuurlijk den loop der gebeurtenissen in al hare bizonderheden en stemden in met zijn wraakgevoelens. Zelfs een hunner, Joinville zou daarbij als zijn handlanger dienen en zooals wij later zullen zien die daad met den dood boeten. Het is misschien hier wel de plaats het een en ander mede te deelen omtrent zijne verhouding tot zijn tamelijk talrijk personeel en dan zullen wij meteen zien welke loonen toen betaald werden. EPISODEN UIT HET LEVEN VAN FRANCESCO LOPES DE LIZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 206