VI.
OPÉRA. - MLLE. LEGRAND. - MUZIEKANTEN.
den Chevalier van Rohan—Chabot, die den dichter ongestraft door
zijn lakeien kon laten afrossen.
Het feit dat een aanslag op een muzikant den dader heel wat
duurder te staan kwam, gaf aanleiding tot de volgende dichtregelen:
Hoewel de Liz zich ontegenzeggelijk den dood van Joinville te
wijten had, trok hij zich de zaak in het geheel niet aan, en men
meent zelfs, dat hij op den dag zijner executie in beeld, een groot
gastmaal aanrichtte, om dit heugelijk feit waardig te vieren.
De Liz was wel reeds grootvader, doch dit verhinderde hem
geenszins zijn hoofdvermaak te zoeken in galante avonturen. Nu
het verblijf te Parijs hem ontzegd was, zond hij zijne agenten daar
heen met de opdracht te zoeken wat hem kon bekooren. Zoodoende
werd eene jonge dame, met name Herni, in gezelschap van haar
moeder naar den Haag gelokt. De proposities, die hij haar liet maken
waren schitterend, doch toen het later op de betaling aankwam,
ontstond er geschil en de Fran^aise verliet heimelijk met haar moeder
den Haag. Getrouw aan zijn systeem om het geschonkene langs
gerechtelijken weg terug te erlangen, stelde hij ook tegen haar
eene vordering in, doch zonder succes.
Omstreeks 1732 stond de schrijver van het schotschrift tegen de
Liz, Desforges genaamd, aan het hoofd van een tooneelgezelschap,
dat voorstellingen in den Haag gaf. Daaraan waren onder anderen
verbonden de acteur Dumeni of Dumesnil en de zangeres Charlotte
Legrand. Van Charlotte Legrand’s loopbaan heb ik in geschriften
EPISODEN UIT I-IET LEVEN VAN FRANCESCO LOPES DE LIZ.
203
Admirez combien I’on estime
Le coup d’archet: plus que les rimes!
Que Voltaire soit assommé,
Thémis se tait, la cour s’en joue;
Que Francoeur ne soit qu’alarmé
Le seul complot mène a la roue.