hare gunsten belangeloos te tamelijk langen duur zooals niets kunnen ervaren. Dumeni was een bekende naam in de toen malige theaterwereld. Ten tijde van Lulli was er een beroemd zanger van dien naam, welke in 1677 te Parijs voor het eerst optrad en in 1715 overleed. Vermoedelijk behoort de hier genoemde artiest tot dezelfde familie. Wij zullen beide kunstenaars ook later in ons verhaal ontmoeten. De directeur Desforges had de onhandigheid zijn trouwen be zoeker de Liz te mishagen, en deze bestrafte hem daarvoor door hem de beide kunstenaars afhandig te maken. Bij Mademoiselle Charlotte Legrand moeten wij even stilstaan. Hoe wel niet mooi, was zij pikant en bezat de eigenschappen om de Liz zoodanig te boeien, dat hij groote geldelijke offers bracht om haar in den Haag te behouden. Door haar bemiddeling werd ook de zanger Dumenil bewerkt om den Directeur Desforges ontrouw te worden, deze laatste werd door de Liz’ machinaties zoo zeer benadeeld, dat hij de directie van de Comedie in den steek moest laten, den Haag verliet en te Hannover zijn fortuin opnieuw ging beproeven. Het eerste bewijs van hare vriendschappelijke verhouding tot den onverbeterlijken de Liz vond ik in het protocol van Notaris Johannes Sythoff. Bij codicil van n Augustus 1733, vermaakte hij haar eene levenslange lijfrente van 2400 livres, die echter reeds den 2 April van het volgend jaar ingetrokken werd, vermoedelijk om vervangen te worden door eene grootere schenking, want de spichtige Fran- faise was er de vrouw niet naar om schenken. Hun verhouding was van blijkt uit een later gemaakt contract. Eene acte van n Juni 1737 toont ons, dat Francesco haar voor tien jaren, tot 15 Juni 1745, aan zich verbond om te zingen op concert of theater tegen eene maandelijksche vergoeding van honderd gulden. Mocht hij binnen dezen termijn komen te over lijden dan rustte op zijne executeurs de verplichting deze overeen komst tot na expiratie van den termijn te handhaven. Toen zijne finantiën later in de war geraakt waren, was Charlotte Legrand hem behulpzaam in het verkrijgen van voorschotten, waarbij zij ongetwijfeld zelf voordeel had. Haar oom, een zekere Monsieur de Beaulieu, leende tusschen September en November 1742 aan haar vriend 7227 gulden, zoo het heette „pour mes pressans besoins”. De omgang tusschen de beide geliefden was niet altijd een van 204 EPISODEN UIT HET LEVEN VAN FRANCESCO LOPES DE LIZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 214