een Oostindisch kabinet met koper beslag en vergulden voet. Een ledikant met rood damasten gordijnen en witte sprei, een canapé in den vorm van een lit d’ange, een leunstoel en tien gewone stoelen, alles met rood damasten bekleeding, twee vuurschermen met bladen van tapijtstof, een tafeltje van lakwerk, een klein kabinetje met koper beslag, een oostindische tafel met blad van ingelegd paarlemoer. In het daarachter gelegen kabinet vinden wij een notenhouten speeltafeltje, twee verlakte theetafels, zes notenhouten tabouretten met zittingen van blauw damast met gouden bloemen, een toilet- kleed met geele zijde genaaid en met kanten omzoomd. Op de bovenkamer aan de rechterhand, de trap opkomende vinden wij een behangsel van rood damast, een bed met beddegoed en een lit d’ange met dezelfde stof behangen, zes stoelen en een fauteuil waren daar eveneens met rood damast bekleed. Het volgende kabinet was met geel damast behangen en voor het eenige venster hingen draperiën van dezelfde stof. Dan volgt de tweede boven-voorkamer aan de rechterhand met tapijten be- hangel en een spiegel met zwarte lijst aan de wand. Een vloer tapijt lag op den grond en er stonden twaalf notenhouten stoelen en twee fauteuils met tapijten ruggen en zittingen, een tafel met koper beslag en met laden, een oostindische koffer, een ebbenhout ingelegd kabinet. In het boven-voorhuis stond een staand uurwerk en een glazen lantaarn. Op den zolder boven de Portugeesche kerk stond behalve een clavecimbaal en geheele collectie meubelen, koffers, valiezen, kleer- bakken en bennen. Mevrouw de Liz schijnt niet de mooiste vertrekken van het huis bewoond te hebben, want uit den inventaris verneemt men dat haar kamertje gelegen was naast den zolder, die als bergplaats diende voor een menigte huisraad en afgedankte gebruiksartikelen. Wij dalen nu weer af naar het benedenhuis, in de voorkamer aan de straat vinden wij een aantal meubelen, die het ons niet der moeite waard voorkomt, op te sommen. De keuken bevatte een groot aantal gerei, waaronder b.v. vijf zalm- ketels, diverse turksche mutsen of vormen, drie en dertig cassarollen, een distilleerfornuis, zoowel als voorwerpen van ijzer, tin en blik. Boven het koetshuis bevonden zich enkele zalen en kabinetten en daaronder ook de zoo geroemde concertzalen. In het eerste 219 EPISODEN UIT HET LEVEN VAN FRANCESCO LOPES DE LIZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 229