b Zie over deze fabriek: E. Soil de Moriamé, Les Porcelaines de Tournay, 2de Ed. 1910. en Poppelsdorff. Rozenborg, in grootsprekers en zelfs oplichters, die beweerden in het bezit te zijn van het Meiszener geheim, waren legio en vele pogingen liepen op niets dan schade uit. Maar de porceleinrage overwon ten slotte alle moeilijkheden. Reeds in 1719 was te Weenen een fabriek opgericht, in 1746 opende Höchst de rij in Duitschland, in hetzelfde jaar volgde Fürstenberg, in 1756 Berlijn, in i754Neudegg het latere Nymphenburg, in 1755 Frankenthal, 1756 58 Ludwigs burg, in 1759 Bruckberg-Ansbach, gevolgd door tal van kleine Thüringsche fabrieken: Rudolstadt, Volkstedt, Kloster-Veilsdorf, Grosbeitenbach, Limbach, Gotha, in 1765 Fulda, in 1766 Kassei, daarna nog Kelsterbach, Bayreuth, Baden Baden In Denemarken zien wij in 1754 de fabriek van 1760 die van Kopenhagen; in 1760 ontstaan er fabrieken in Zwit serland en Rusland. Evenwijdig met de verbreiding der Saksische uitvinding loopt die van eene Fransche, welke weliswaar niet werkelijk porcelein was, omdat de kaolien, de porcelein-aarde er niet bij werd toe gepast, zoodat ook de harde vuurvastheid erdoor niet werd bereikt, maar welke toch in uiterlijk aanzien het blanke porcelein zoo nabijkwam, dat men haar evenzeer onder de porceleinen opneemt: het is de zoogenaamde paté tendre, waarvan de geschiedenis op Rouaansche proeven in de 17de eeuw teruggaat, maar die in de 18de eeuw eerst in St. Cloud, daarna in Rijssel en in Chantilly maar sedert 1740 onovertroffen in Vincennes geproduceerd werd; in 1756 werd deze staatsfabriek naar Sèvres verplaatst, waar zij zich dank aan haar monopolie krachtig ontwikkelde. Van de andere fabrieken van paté tendre is vooral de Doorniksche, die onder Peterinck in 1774 wel aan 400 arbeiders werk gaf, tot grooten bloei gestegen. Hoewel het hard porcelein technisch grooter volmaaktheid bezat, en sedert 1779 Sèvres dan ook in groote hoeveelheid deze pdte dure eveneens ging produceeren, had toch het paté tendre in ander opzicht een groot voordeel, en wel dit, dat de voor versiering gebruikte kleuren zich zooveel beter, zooveel zachter en inniger met het glazuur op de massa vermengden. Ook is de kleur der 230 DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 240