236 4) Zie Bijlage 9 en waartegenover de Jong aan Lyncker zou zenden „beste thee ter waarde van een ducaat ieder pond”. De Jong had de porceleinen gekregen, maar thee gestuurd „van een zeer gemeen soort en nauwelijks dertig stuivers waardig"; dit was mogelijk omdat Lyncker. „geen verstand had van de thee-negotie”. Ofschoon er dus ook andere artikelen dan porcelein verkocht werden, in eene advertentie in de Haagsche Courant van 3o April 1781 worden ook boonen en linsen vermeld als bij Lyncker verkrijgbaar wij mogen toch wel rekenen, dat porcelein de hoofdzaak was. „Saxische” porseleinen, zeide de zoojuist aangehaalde acte. Maar men moet dit meer als een soort-naam dan als een geografische bepaling aanmerken. Immers de beide eenige fabrieken, waarmede wij in die jaren Lyncker in relatie weten, waren de fabriek te Ansbach, althans volgens een bewering van zijn concurrent de Mol en die te Volkstedt, in Thuringen. Die laatste relatie blijkt uit een paar wissels uit Erfurt op hem getrokken door Chr.Nonne, den leider van die kleine fabriek2). Daar Nonne echter ook, naar het schijnt, makelaar in Saksisch porcelein was, kan er bovendien wel ander dan Volkstedt-porcelein door hem gezonden zijn. Die wisselprotesten leeren ons nog iets. Daar bij één van hen verhaald wordt, dat de oude Lyncker naar Engeland is, kan men immers de gevolgtrekking maken, dat ook daar be trekkingen werden aangeknoopt 3). Toen kwam in 1776 het denkbeeld op om een eigen porcelein- fabriek te stichten. Blijkbaar daarvoor werd de oude Lyncker den 2 September Haagsch burger. Den 13 November huurde hij een huis in de Bagijnestraat voor 3 jaar ad ƒ325, onder voorwaarde, dat hij eventueel alles wat hij ten behoeve zijner fabriek zou veranderen en verbouwen weder in den ouden staat zou terugbrengen bij het eindigen van den huurtermijn 4). Reeds in 1777 was er geldgebrek, althans wij vinden een obligatie van October van dat jaar, waarbij Anthonie en Jean Lyncker 1200 erkennen schuldig te zijn aan Johan van Twist, waarvoor zij twee kisten Haagsch porcelein, inhoudende een com pleet eetservies, verpandden. 6) Zie Bijlage 15; d. M. schreef verkeerdelijk: Anhalt. J) Zie W. Stieda: Die Porzellanfabrik zu Volkstedt. 3) Zie Bijlage 8. 4) Zie Bijlage 9 en 10. 6) Zie Bijlage 11. DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK. 21 I -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 246