237 Het is echter aan rechtmatigen twijfel onderhevig of dit „Haagsche porcelein” wel door Lyncker-zelfwas vervaardigd „van den grond op." Daarvoor was zijn fabriekje in de Bagijnestraat wel niet groot genoeg, en wat er in het voorjaar van 1778 gebeurde, komt aan dien twijfel x) Zij werden door Jhr. van Riemsdijk, naar aanleiding van mijne mededeelingen over de Haagsche fabriek in eene vergadering van het Oudheidk. Genootschap, in extenso medegedeeld in Oud-Holland 1915. Onder onze bijlagen volgen de gedeelten die voor den Haag van be lang zijn als de nummers 12 en vlg. nog meer grond geven. De ophef namelijk, dien Lyncker van zijn „fabriek” maakte, bracht den leider der andere Hollandsche fabriek, dominéé de Mol in de Oude Loosdrecht, er toe om zich te ver weren, en voor zijn eigen manufactuur als werkelijk een fabriek waar porcelein „van den grond op” gemaakt werd, een octrooi te vragen bij uitsluiting van anderen. De beide concurrenten belaagden elkaar nu in bij de Staten van Holland ingediende memories. 1) En het wil mij voorkomen, dat de beweringen van de Mol over Lyncker daarbij meer geloof verdienen, dan die van den laatste ra DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK. 4. Kom en kan, onder de glazuur gemerkt. (Gemeente Museum.)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 247