komt vrijwel uitsluitend voor op voorwerpen, die allerwaarschijn
lijkst te Doornik gevormd zijn, maar de I en de beide L’s treft men aan
op de onder de glazuur gemerkte, dus orgineel Haagsche stukken. Zij
moeten dus naar ik meen afkomstig zijn van Haagsche vormers en
het lijkt mij niet gewaagd de L aan den ouden Lyncker zelf toe te
schrijven die immers blijkens zijn request aan de Staten van
Holland het geheele vak volkomen meester was. Maar daarnaast
komen deze zelfde merken ook voor op boven de glazuur gemerkte
Ten onrechte m. i. brengt een onzer verzamelaars deze L in
verband met de fabriek te Loosdrecht. De verhouding was zeker niet
zoo dat de Mol aan Lyncker onbeschilderd porselein zou leveren om
hemzelf concurrentie aan te doen! Toch moet ik erkennen dat de L
ook op Loosdrechtsch porcelein voorkomt, maar dan meestal gecombi
neerd met cijfers, wat bij het Haagsch niet gebeurt.
A
251
DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK.
Vazen met onder het ooievaarsmerk dat van Ansbach. (Coll.
Z. v. N.)
io.