Zie afb. 18, middelste vaas.
In de gewone koffie- en theepotten, melkkannen, kopjes en der
gelijke zal men dus bij het Haagsche fabrikaat slechts zelden
typische dingen zien. De serviezen zijn meestal Doorniksch en
daarbij zijn bijvoorbeeld alle terrine’s groot en klein gemaakt naar
één model, ook de sauskommen zijn steeds gelijk.
Van sommige andere voorwerpen van markanter vorm, zooals
de vazen, zijn er enkele bewezen van andere fabrieken te zijn,
van andere, zooals de groote vaas in het Gemeente-Museum
is dat waarschijnlijk, één mooie in de collectie-van Zuylen houd
ik echter toch voor een echt-Haagsch product1). Het aardige wierook-
brandertje in het Museum daarentegen bleek in Ansbach gevormd.
zoovele stukken op andere fabrieken gevormd zijn en dus niets
eigenaardigs vertoonen kunnen. Maar in de tweede plaats ook,
omdat algemeen de navolging van eikaars vormen bij de porcelein-
2ÓI
DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK.
18. Stel vazen. (Coll. v. Z. v. N.)
fabrieken schering en inslag was. In de groote sierstukken brachten
de goede fabrieken het tot iets eigens, maar overigens zochten zij
het hoofdzakelijk in de beschildering.