en soms reeds met
maar in den Haag
boven de glazuur
c. Zacht porcelein, in Doornik gevormd, i
koningsblauw of gewoon blauw beschilderd,
verder gedecoreerd; altijd met den ooievaar
gemerkt.
Bij deze onderscheiding moet de roem der fabriek menige veer
laten, maar aan den anderen kant moet men ook niet denken dat
er te weinig overblijft. Immers onder de in het algemeen betrek
kelijk zeldzame voorwerpen, die wij over hebben zijn er nog vele,
en van de beste, welke geheel-Haagsch zijnhet product mag met
eere onder de Hollandsche ceramiek genoemd blijven.
Overzien wij dus alles, wat wij over het fabrikaat opmerkten, en
nemen wij in oogenschouw de twee meest uitgebreide, vele specimina
van allerhande soorten bezittende collecties, die van het Haagsche
Gemeente Museum, en die van baron van Zuylen van Nijevelt,
dan blijft ons oordeel, dat wat uit de Haagsche fabriek kwam, hetzij
dan geheel gevormd of wel alleen beschilderd, altijd een cachet
had van smaakvolle distinctie, en onder de producten van dien tijd
een zeer goed, somwijlen zelfs een uitstekend figuur maakt.
Ik kan het dan ook niet eens zijn met den schrijver van „Briefe
aus Holland”, opgenomen in het Deutsches Museum van 1782, wiens
oordeel ik echter hier toch geef omdat het tevens eenige waarde
volle feiten mededeelt. Hij schrijft:
„Unter andern hiesigen Merkwürdigkeiten habe ich in diesen
Tagen auch die vor einigen Jahren angelegte Porzellan Manufactur
besehen. Deutsche sind die Unternehmer, und ihre Firma ist Lynker
und Kompagnie. Ungefahr 40 Menschen sind bei dieser Manufaktur
angestelt, und man versicherte mir, dasz jahrlich wol für 600.000 fl.
in der Levante abgesetzt würde. Ich hielt dies, mit Ehren zu
melden, für eine ziemliche Aufschneiderei; indessen glaube ich
gerne, dasz diese Waare nur in der Levante Abnehmer finden
könne. So wenig in Ansehung der Masse und der Formen als der
Mahlerei kan dieses Porzellan mit den Berliner oder Meiszner in
Vergleichung gestellt werden und dennoch ist es theuer, wie sie
schon aus dem hiebei liegenden Preiszettel urteilen können.”
Ik voor mij voeg mij liever bij het oordeel van den smaakvollen
porceleinkenner George Papillon, den samensteller van den Catalogus
van het Museum te Sèvres, die over Lynkers fabrikaat schrijvende,
206
DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK.