amenoit un homme prétendant être 1’avocat du grand vicaire et lui disait que cet avocat seroit contre elle, si elle voulait tenter sa cause, lui conseillant que le meilleur parti qu’elle pouvoit prendre étoit de rentrer dans un couvent au même ordre, quoi faisant elle contenteroit ses parens que sans cela, la comparante seroit abandonnée deux et se trouverait dans les dernières nécessités. Que la comparante, abandonnée de toutle monde, se résolutd’entrer dans le couvent des Dominicaines a Liège, ou elle a repris l’habit réli- gieuse, également forcée comme la première fois, elle a répété ses voeux devant quelques réligieuses et non publiquement comme 1’on les fait d’ordinaire. La comparante se retrouvant dans ce couvent sans contentement et forcée d’embrasser un état contre coeur, ayant eu un jour permission de sortir, eut encore le bonheur d’échapper, s’est rétiréealaHayedans l’espérance de pouvoir récuperer ses bien et d’etre absoute de ses voeux. Tout ceque dessus est déclaré par la comparante d’etre la pure vérité quelle est preste de confirmer en tout terns par serment solemnel.” Zij teekent: Zouden wij nog durven twijfelen aan de oprechtheid van de door haar voogden zoo wreed vervolgde wees, dan zouden zij zelf en Lyncker binnenkort alle bewijzen weten bijeen te brengen om ons van die oprechtheid te overtuigen. Lyncker echter als handelsman in zijn hart, zou daarmede niet beginnen, vóórdat de in bescherming genomen barones hem notarieel tot haar universeelen erfgenaam had gemaakt 1), niet zoozeer van de goederen die zij reeds bezat, want de gevluchte non bezat niets als wel van die, welke zij uit de handen van hare voogden hoopte terug te krijgen. De barones was daarmede echter wat te gul. Want zij had vroeger reeds, waarschijnlijk bij hare eerste ontvluchting een ridderlijk jonkman ontmoet in de persoon van den Akenschen koopman Jacob Heyendal, die haar ook zijn hulp had aangeboden bij den strijd DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK. 273 Bijlage 26. 18

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 283