274
tweede des bisschops
was de jonge met de Belgische barones gehuwd, in de Duitsche
Het verhaal staat uitvoerig in een zeldzaam boekje: „Memoire
du Sieur Jacques Heyendal, bourgeois de la ville impériale d’Aix la
Chapelle, (Edit.) En Europa, Dans un petit coin oü on voit et oü on
sait tout, 1788,” waarvan een afschrift in de bibliotheek van het R. Archief
in Limburg mij welwillend ten gebruike werd afgestaan.
2) Zie bijlagen 38, 40 en 42; Volgens bijlage 37 was Heyendal
nog een oude debiteur van A. Lyncker voor ƒ3000; dat geld is hem
misschien ook nog kwijtgescholden.
tegen haar voogden en wien zij daarop evenzeer een deel van het
terug te krijgen kapitaal had toegezegd. Heyendal had daarvoor
heel veel moeite gedaan en verschillende getuigen en gegevens
bijeengebracht, onder andere het doop
bewijs van de erfgename der Beusdale’s,
en zoo wij zijn eigen verhaal mogen ge-
looven, waartegen in hoofdzaken wel geen
bezwaar zal zijn, dan had hij daardoor ge
ducht te lijden gehad van de wraak der
beide machtige voogden, de graven van
Hoensbroek en van Geloes, van wie de
eerste toen reeds den vorstelijken Luikschen
bisschopszetel bezet had, en van wie de
rechterhand was in alle wereldlijke aange
legenheden. Men had Heyendal opgelicht en gevangen gezet, zonder
hem te verhooren of gelegenheid te geven zich te verdedigen 1).
Het spreekt vanzelf, dat de arme kerel, die door een en ander
vrijwel geruïneerd was, weinig vriendelijk keek, toen hij den jongen
Lyncker niet slechts met de lieve Carolina zelve, maar ook met
het haar nog te wachten staande vermogen
zag strijken gaanHet gevolg zou een proces
zijn geweest, als de Lynckers het niet op een
schamel accoordje hadden trachten te gooien
en hem hadden weten te honoreeren met een
obligatie van ƒ:1800 2).
De „Lynckers”, want nadat reeds op 7
November 1780 Carolina Colijn de Beusdael
haar kloostergelofte notarieel had herroepen,
kort na den dood van den ouden Lyncker
DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK.
27. Kwispedoor, onder glazuur
gemerkt. (Coll. v. Z. v. N.)
28. Kopje met silhouet.
(Gem. Mus.)