284
VII. DE ONDERGANG.
i
Stieda, Porzellanfabrikation auf dem Thür. Walde; Wallendorf pag. 71.
2) Zie Stieda, Die Keramische Industrie in Bayern, wahrend des 18
Jahrh.; Ansbach (Bruckberg) pag. 139.
3) Bijlage 102.
4) Zie Stieda t. a. p.
Omtrent den omvang van het bedrijf van Lynckers fabriek
weten wij slechts weinig. In 1778 waren er bijna 30, vier jaar
later ruim 40 man aan het werk. Als wij bedenken dat er in
Doornik 400 man werkten, valt het verschil op. Wij kunnen de
Haagsche fabriek beter met een kleine Duitsche vergelijken. De
fabriek van Hamman te Wallendorf in Saksen Meiningen bijvoor
beeld werkte ook met 40 man. De afzet daar was gemiddeld per
jaar 10.000 Rsthl. of 15.000 gulden. De fabriek in Ansbach
(Bruckberg) had in den goeden tijd 70 tot 80 man, met een jaar-
lijkschen afzet van 18 a 19000 gulden. 2) Voor zoover de beoordee-
ling mogelijk lijkt, zou ik de Haagsche verkoop-inkomsten wel iets
hooger willen stellen. Waarschijnlijk doordat het porcelein hier
duurder was. De hoeveelheid goed uit Ansbach bijvoorbeeld, die on
beschilderd naar Lyncker ging, moet vrij groot geweest zijn, waar
door een groot prijsverschil moest ontstaan, Als men bedenkt dat
Lyncker bij deze fabriek bijna 7000 gld. schuld had en dat de totaal
verkoop van Ansbach over de jaren 178789 te zamen genomen
nog niet volkomen 13000 gld. bedroeg, dan wordt dat duidelijk.
Hoe duur het Haagsche porselein was weten wij uit een gespe-
cificeerden staat van 1790 8) en als wij daarmede nu een belang
wekkende opgave vergelijken uit hetzelfde jaar van de fabriek te
Ansbach, 4) dan is het verschil waarlijk zeer groot. Daar kostte
Een goed bord1. -
Een middelsoort bord0.68.
Een uitschot bord
Een middelgroote goede koffiekan
Een dito middelsoort
Een dito uitschot
Een melkkan „ganz gut”
Een melkkan middelsoort
O.25.
2.25.
I.42.
n O.ÓO.
1-25-
O.72.
DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK.