285
porcelein vermeldt.
van het witte goed zijn die, welke Lyncker moest
Een suikerdoos
Een schoteltje goed
middelsoort.
Een dekseltje goed
middelsoort.
mosterdpotje
Gewone kopjes de 100 stuks
Een koffieserviesje kostte zoo
De Haagsche fabriek berekende voor een beschilderd 22. Voor
de gewone borden met bloemen en gouden rand rekende zij 4,
tegen Ansbach fi.
Een tweede vergelijking geeft een opgave van de fabriek te
Volkstedt met welke Lyncker waarschijnlijk ook relaties had.
Een bezwaar is daarbij, dat de opgave van 1767 is, dus wel wat
vroeg; een voordeel evenwel, dat zij niet slechts beschilderd, maar
ook onbeschilderd, en zelfs half afgewerkt
Ik herleid de Duitsche munt:
Een kopje, purper geschilderd
Een waschkom en kan, purper
Een groote koffiekan, wit
Een theepot, wit
Een melkkan, wit
Een suikerpot, wit
Een bord, beschilderd
Een kopje, blauw beschilderd
Een bouillonkop, beschilderd.
Een bouillonkop, wit
Een mosterdpotje, purper
De beschilderde voorwerpen zijn ongeveer
als de onbeschilderde. De verhouding van
aanwezige slechts „geglühte’J porcelein, tot het witte is dan weder
die van 1 tot 2. Een koffiekan kost dan 18 cent, een theepot en
een melkkan ook, een bord desgelijks, een gegraveerd bord is 24
cent, schalen varieeren tot 72 cent, kopjes zijn 4 cent, schoteltjes
evenveel.
De prijzen
f 0.18.
i’/z maal zoo duur
het op de schilderkamer
berekend ongeveer 10 a 12 gld.
beschilderd
•'VT*
DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK.
Zie Stieda, Die Porzellanfabrik zu Volkstedt biz. 164 vlg.
1.50.
0.42.
0-42.
n O.42.
O.42.
O.72.
O.O7.
O.72.
O.42.
O.72.
f I-”-
O.25.
0.I7.
°-25-
0.17.
i-5°,
6.