en 87. 27 Jan 1789. Bijlagen 86 2) Bijlage 90 en 91. 3) Bijlage 94 en 95. 4) De memorie, die vele bijzonderheden over de fabriek bevat is geheel afgedrtikt als bijlage 100. Bijlagen 100, 101 en 105. 6) Bijlage 102, zie ook afb. 37. Toen kon door den advocaat van Twist de opheffing der cura- teele gevraagd en verkregen worden 1). Lyncker kon dus weder beginnen. Maar het was toch een akelig tobben. In Mei moest van Rochefort weer f 3000 geleend worden; in Juni schoot de bankier Boas nog eens 1315 voor op porcelein, dat in Constantinopel verkocht zou worden 2). Toen kwam daar een nieuwe ramp bij. Tot nu toe was een der gewone middelen om den porceleinverkoop in gang te houden en contante penningen te verwerven, het uitschrijven eener loterij. Het stadsbestuur gaf daarvoor dan telkens verlof, maar terwijl het daarmede sedert 1786 al niet zoo gemakkelijk meer was en difficul- teerde, weigerde het na 1788 dit verlof geheel. Dit bracht Lyncker in een allermoeilijkst parket. Werden alle loten verkocht dan bracht dit meer dan 30.000 gld, op, en al stond daartegenover dan ook een gelijk bedrag in prijzen, de verkoop met winst dier porceleinen was dan toch ook geschied. Lyncker zon dus op een ander middel, en hij vond dit door aan den Baillu van Rijnland te vragen of hij binnen diens rechtsgebied, namelijk te Voorburg, eene loterij mocht houden. De Baillu vond dat goed en de verkoop der loten begon op 13 October 1789. Doch reeds den 11 November stelde de Baillu van den Haag een eisch tegen Lyncker in van een boete van f 1000, ter zake van het houden eener hem verboden loterij 3). Dit werd een proces, dat nieuwe zorgen gaf. Den 18 Maart 1790 diende Lyncker’s procureur een uitvoerige memorie van verdediging in 4). De Baillu kreeg echter voorloopig gelijk van Schepenen, die de loterij opnieuw verboden op 9 April, wat Lyncker echter niet belette om door te pleiten 5). Tusschen deze pleidooien valt nu het verhoor over de wisselruiterij van den baron van Trips. De toestand wordt hoe langer hoe dreigender: de advocaat van Lyncker, A. van Twist, moet telkens verschotten doen en krijgt voor f 2000 porcelein in pand in 292 DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 302