DE HAAGSCHE PORCEI.EINFABRIEK.
313
zo gelukkig en
voltallig geworden.
Dat den Comparant met de voorschreeve Negotiatie,
voorspoedig zijnde geslaagt, dat die terstont was
Dat vervolgens door de gemelde Geinteresseerdens daar toe zijnde
versogt en gecommitteert de Wel Edele Gestrenge Heeren Mr. Jacob
Carel Reigersman, Raad en Thesaurier Generaal van Zijne Doorluchtige
Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassau &c. &c. &c.,
Mr. Johan Francois van Byemont, Scheepen deeser Stad, de Heeren
Mr. Jacob de Kempenaer, Advocaat voor de respective Hoven van
Justitie in Holland, en Abraham Gerard Muller, Notaris en Clercq ter
Griffie van den Hove van Holland, welke de voorsz. Commissie op
zig wel hebben gelieven te neemen.
vinden, zich bij Requeste hadde geaddresseert aan Hun Edele Achtbaare,
de Heeren Schout en Burgemeesteren deezer Stad, en van dezelve
versogt, zoo als door Hun Edele Achtbaare by Hoogst derselver
Resolutie van den 13 January deeses jaars 1779, aan den Comparant
goedgunstelyk was geaccordeert de Surintendance over de voorschreeve
Negotiatie, met dien verstande dat Hun Edele Achtbaare daar mede
niet wilde verstaan hebben, dat dezelve de voorschreeve Negotiatie
zoude guarandeeren, of voor desselfs successen in te staan.
Dierhalven bekende de Comparant bij deese aan voornoemde Heeren
Reigersman, van Byemont, de Kempenaer en Muller, in hunne voor
schreeve qualiteit van Administrateurs, en als representeerende de
gezamentlijke Geinteresseerdens, en zulks ten behoeve van dezelve
Geinteresseerdens ofte hun Wel Edelens Regt verkrijgende, wel en
deugdelijk Schuldig te zijn de bovengemelde Somme van Tien duyzend
Guldens, spruytende ter zake van geleende en op Intrest verstrekte
penningen, welke ten eynde in ’t bovengemelde Plan vermeit voor
den Comparant zullen moeten werden geëmployeert; renuntieerende
den Comparant wel voorbedagtelijk van de exceptie van onaangetelde
gelden, mitsgaders van alle zodanige andere, welke hem ten deese,
’t zij in regten of daar buyten eenigsints te staade zoude kunnen
ofte mogen komen; belovende den Comparant van de voorsz: somme
aan de gezamentlijke Geinteresseerdens intressen te zullen betalen
tegens drie Percento voor ’t eerste jaar, 3H voor ’t tweede, 3V2 voor
’t derde, 3% voor ’t vierde, 4 Percento voor ’t vyfde, 4 ff voor ’t zesde,
41/o voor ’t zevende, 4H voor ’t agtste, en vyf Percento voor’t negende
en volgende jaren, ingaande met den 1 February 1779.
Dat hij Comparant hadde versogt een convocatie der gezamentlijke
Geinteresseerdens, om uit hen lieden te verkiesen en aantestellen de
Heeren Administrateurs, ten eynde hy Comparant op derselver namen
ten behoeve van de gezamenlijke Geinteresseerdens zoude kunnen
passeeren de behoorlyke schuldbekentenis.