-
ES
314
DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK.
stiptelijk te zullen gedragen.
No. 5 Goed voor een Aandeel.
J. C. Reigersman.
J. F. van Bijemont.
J. de Kempenaer.
A. G. Muller.
1
Voorts verklaarde den Comparant de verdere Conditiën in ’t voorschreeve
Plan vermeit ten deese te houden voor gerepeteert en alhier voor geinse-
reert; belovende zig in alle deelen daar aan
Naar gedaane Collatie is deeze be
vonden te Accordeeren met de Origineele
Grosse bij mij in ’s Gravenhage resi-
deerende Notaris, en declareere, dat
niet meer dan Veertig Copien door
mij zijn Onderteekent, en deze te zijn
’t nevenstaande Nummer.
Actum den 10 February 1779.
J. V. D. Bos,
Not. Publ.
aan de voornoemde
uyt te geeven veertig
Tot naarkominge van al ’t gunt voorschreeve staat, verklaarde den
Comparant te verbinden zijn persoon en al het geene maar eenigsints
tot de gemelde Fabricq is behoorende, mitsgaders zijne verdere goederen,
dezelve stellende ter judicatuure en bedwange van alle regten en
regteren en specialyk van den Hove en Hogen Rade in Holland,
mitsgaders deese Edele Achtbaare Gerechte.
Te vreede zijnde en overgeevende, om zich in den inhoude deeses vrij
willig te doen en laaten condemneeren, ten dien eynde onwederroepelijk
constitueerende de twee oudste Procureurs in der tijd voor welgemelde
Hove van Justitie of Geregte postuleerende, zoo omme de voorschreeve
condemnatie te versoeken als daar inne te consenteeren respective, met
belofte van approbatie en ratificatie, onder bedwang als naar rechten.
Wijders beloofde den Comparant de voorschreeve somme te zullen
aflossen en voldoen, in termijnen als op den 1 February 1782. met
Een duysend Guldens, en voorts ’s jaarlijks met gelijke Een duysend
Guldens, omme daar uyt aftelossen de vier portien welke bij loting
ten overstaen van Notaris en Getuygen, drie maanden voor den
vervaltyd te doen, zullen werden uytgetrokken.
Gevende en consenteerende den Comparant
Heeren Administrateurs de magt omme hier van
Actens van Aandeel.
Des ten Oirconden hebben Wij deeze met Onse opgedrukte Zegelen
bevestigt en bij den Secretaris laten ondertekenen den 8 February 1779.
(was Geteekent) J. P. van der Haer, zijnde ter zijde gedrukt op rooden
ouwel overdekt met papiere ruyten de Zegelen van welgemelde
Heeren Scheepenen.