BB DE HAAGSCHE PORCELEINFABRIEK. 337 (L. S.) Gem. Bibl., Aanw. 1915. 22 De Magistraat te Dresden, TREUHOLT LIBRECHT DOEING, Senator deput. nalatenschap en wegens andere prefentien, dezelve te liquideeren en daarvoor te quitteeren, met aanbeveling, dat, voor zoo ver de afwezende Lijnker aangaat, dat hij, ingeval van non comparitie, voor dood ver klaard, en zijn geregte portie aan zijne naaste Erfgenamen, welke zich deswegens geligitimeerd hebben, zal uitgereikt worden, doch wat de overige Erfgenamen of Schuldeischers aangaat, dat zij, bij nalatigheid om op den bepaalden termijn te verschijnen, hunne Erfportie en andere pretentien verbeurd zullen worden verklaard, alsmede van het voorregt van herstelling in den vorigen staat en dus van vorengemelde nalaten schap geheel uitgesloten zullen worden, en dienvolgens te liquideren, te sluiten en zich te legitimeren door den aangestelden tegenspreker, ten einde daar over geregtelijk te beslissen, en zulks te eindigen binnen drie weken, en aldus op den vijftienden julij 1812 de bekendmaking van het vonnis of geregtelijk bevel aftewagten. Voor het overige moeten buitenlandsche en niet alhier wonende Erfgenamen en geïnteresseerdens, indien zij zich in deze zaak melden en hunne pretentien voor ons willen doen gelden, ter ligting der vonnissen in dezelve gemagtigden in loco judico alhier benoemen. Ten oorkonde is deze citatie bij edicte, onder de gewoone handteekening en opdrukking van ons en het Stads zegel opgemaakt en uitgegeven. Gedaan te Dresden, den 12 November 1811, (geteekend)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 347