door J. SMIT.
ACHTTIENDE-EEU WSCHE LUCHT V A ARTPR OE VEN
IN DEN HAAG.
TH, die zich voorneemt een zij het ook vluchtig overzicht te geven
1 1 van de ontwikkeling der luchtvaart, wordt al dadelijk in ver
zoeking gebracht, de eerste aanduidingen daarvan te zoeken in de
verhalen uit de grijze oudheid. En hoewel nu mag worden aan
genomen, dat die mythen slechts hun ontstaan danken aan een
rijke verbeelding en de zonderlinge vlucht van Daedalus van het
eiland Creta, die voor ruim 30 eeuwen heette geschied te zijn, alle
waarschijnlijkheid mist, toch wijst dat verhaal reeds op het feit,
dat de gedachte leefde aan een zich verheffen boven den grond.
En waar eenmaal dat denkbeeld was gevormd, daar kon het niet
anders, of er moesten denkende geesten komen, die de verwezen
lijking daarvan onder de oogen gingen zien.
Het is begrijpelijk, dat men aan dat idee onafscheidelijk verbond
het stijgen door middel van een vliegbeweging en dat de allereerste
vliegtuigen aan vleugels deden denken.
Zoo vertelt men, doch ook dit verhaal kan moeilijk in zijn geheel
als waarheid worden geaccepteerd, dat in ’t laatst der 15de eeuw te
Perugia de natuurkundige Dante met behulp van een paar op zijn
aanwijzingen geconstrueerde vleugels eenige vluchten over het
Trasimenisch meer maakte. Een eeuw later deed een smid uit
Sablé in Frankrijk eenige zwevingen van een hoogte benedenwaarts,
terwijl in het begin der 19de eeuw de Weensche horlogemaker
Degen op vrijwel soortgelijke wijze van zich spreken deed.
Doch al deze pogingen moesten op mislukking uitloopen. De
menschelijke spierkracht schiet te kort, om door vleugelslag het
lichaam boven de aarde te kunnen verheffen en het inzicht, dat
daartoe andere banen moesten worden ingeslagen, was de aanleiding
tot de uitvinding van den luchtballon door de Gebr. Montgolfier.