JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING „DIE HAGHE.” en ander over het onderscheiden van echte schilderijen van valsehe en wel van zuiver kunst-wetenschappelijk standpunt. Hij besprak n.l. niet de knoeierijen door handelaren gepleegd om een nieuw schilderij te doen doorgaan voor een oud of het werk van den eenen schilder voor dat van den ander, maar wel de schilderijen, die inderdaad als kopie waren ge schilderd of waarvan sommige deelen waren ontleend aan groote meesters. Prof. Martin wees in zijn voordracht vooral op het nut van het weten schappelijk determineeren van schilderijen, omdat het genot, dat een schilderij den beschouwer verschaft, verhoogd wordt door zijn kennis van het artistieke leven van den maker. Men beschouwe de kunst van het determineeren van schilderijen dus niet als een soort van interessant spel, maar als een ernstige en nuttige wetenschap. Door lichtbeelden verduidelijkte spreker zijn voordracht, die door de vele leden, die deze vergadering bezochten, met aandacht gevolgd werd. Voor een algemeene ledenvergadering werden de leden opgeroepen op 7 Mei ter verkiezing van één lid van het Bestuur wegens bedanken van den Heer J. A. Frederiks. Gekozen werd met op één na algemeene stemmen de Heer Mr. J. A. G. Verspyck Mijnssen, die de benoeming aanvaardde en met de taak van 2<ien Secretaris belast werd. Daarna volgden eenige mededeelingen van het Bestuur. Het Bestuur het op hoogen prijs zullende stellen, indien Z. K. H. de Prins der Nederlanden, tot dusver Eere-Voorzitter der Vereeniging het Beschermheerschap zou willen aanvaarden, had op een desbetreffend verzoek het verblijdend antwoord ontvangen, dat Z. K. H. dit wel had willen aannemen. Op voorstel van het Bestuur en met algemeene goedkeuring der Ver gadering werd na deze mededeeling het besluit genomen om nu het Eere-Voorzitterschap aan te bieden aan den Burgemeester der Residentie, die gaarne bereid was dit te aanvaarden en op den igen Juni in deze hoedanigheid geïnstalleerd werd op een Bestuursvergadering. Dit feit stemt ons allen tot vreugde, omdat hierdoor de band tusschen de Vereeniging en de Gemeente nog hechter is geworden. Het portret van onzen nieuwen Eere-Voorzitter tegenover het titelblad van het nieuwe jaarboek moge van deze onze ingenomenheid een bewijs zijn. Na eenige beraadslagingen over ’t al of niet deelnemen van de Ver eeniging aan den in September te houden Historischen Optocht, deelde de Heer Peters mede, dat door een verdienstelijk lid der Vereeniging

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 410