7 JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING „DIE HAGHE.” Dit was tevens de laatste vergadering, die in 1913 werd gehouden. Evenals vorige jaren werden de leden der Vereeniging wederom in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de uitstapjes van den Neder- landschen Oudheidkundigen Bond. De jaarlijksche bijeenkomst werd dit maal gehouden te Haarlem, ’t Programma vermelde o.a. voor den 4611 Juli „Ontvangst der deelnemers door het Dagelijksch Bestuur van Haarlem op het Raadhuis ten 10 ure v.m. Daarna bezichtiging van de stad onder leiding van het Bestuur der Vereeniging „Haerlem”, dat zich welwillend bereid verklaard had om als Commissie van ontvangst het Bondsbestuur bij te staan. O. a. werden bezichtigd de Groote Kerk, alwaar eene orgel bespeling plaats vond, aangeboden door de Vereeniging „Haerlem”, de Waag, Teyler’s Museum, waar eene tentoonstelling van oude teekeningen was ingericht, Teyler’s Hofje en het pas geopende Frans Hals Museum. Den 5en Juli bezichtigde men den bouwval van Brederode en de ge schiedkundige afdeeling der tentoonstelling „de Vrouw 18131913,” waartoe de deelnemers door het Bestuur dier afdeeling waren uitgenoodigd. Op waardige wijze heeft de Vereeniging „Die Haghe” deelgenomen aan de feesten ter herdenking van het herstel van Nederland’s onafhan kelijkheid. Het Bestuur vatte het plan op om aan de huizen, destijds door het beroemde driemanschap bewoond, gevelsteenen te doen aanbrengen. Den 4611 September had de daaraan verbonden plechtigheid plaats. In tegenwoordigheid van een zeer groot aantal belangstellenden werden toen de drie gedenksteenen onthuld, door onze zorgen geplaatst in de gevels der huizen, waar het driemanschap van 1813 woonde. De plechtigheid concentreerde zich in de eerste plaats bij het huis van Gijsbert Karei van Hogendorp, Kneuterdijk 8, thans door den Heer. A. W. Baron Schimmelpenninck van der Oye bewoond, alwaar in tegen woordigheid van autoriteiten en vertegenwoordigers van verschillende colleges de voornaamste redevoeringen werden uitgesproken. Onder anderen waren er de vertegenwoordigers der Koningin, Prof. Dr. F. J. L. Kramer, voorts Burgemeester en Wethouders, de kleinkinderen van Gijsbert Karel, Mr. H. Graaf van Hoogendorp en zijne zusters; twee kleinzonen van Van der Duyn van Maasdam en de achter-achterkleinzoon van Leopold van Limburg Stirum. Het huis, dat in den loop der jaren sedert Van Hogendorp, slechts weinig verandering onderging, behalve dat de ingang omstreeks 1840 uit het midden naar de rechterzijde is verplaatst, was door de zorgen van „Die Haghe” met varens, oranjeboomen en bloemen versierd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1914 | | pagina 412